Warning: The magic method GADWP_Manager::__wakeup() must have public visibility in /customers/c/3/4/bewaerschole-archief.nl/httpd.www/wp-content/plugins/google-analytics-dashboard-for-wp/gadwp.php on line 76 Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /customers/c/3/4/bewaerschole-archief.nl/httpd.www/wp-content/plugins/google-analytics-dashboard-for-wp/gadwp.php:76) in /customers/c/3/4/bewaerschole-archief.nl/httpd.www/wp-content/themes/inspire-oud/functions.php on line 302 Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /customers/c/3/4/bewaerschole-archief.nl/httpd.www/wp-content/plugins/google-analytics-dashboard-for-wp/gadwp.php:76) in /customers/c/3/4/bewaerschole-archief.nl/httpd.www/wp-includes/feed-rss2.php on line 8 uitgangspunt – Bewaerschole http://bewaerschole-archief.nl centrum voor zoet en zout Mon, 03 Sep 2018 12:24:53 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.6 ooggetuige http://bewaerschole-archief.nl/ooggetuige/ http://bewaerschole-archief.nl/ooggetuige/#respond Mon, 03 Sep 2018 09:24:10 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=4068 2018-09-01 balanceren tussen zoet en zout.
De afsluitende manifestatie van het gelijknamig vijfjarig project van tentoonstellingsruimte de bewaerschole – Burgh-Haamstede begon met enkele sprekers, onder wie Leo Adriaanse van Rijkswaterstaat. Hij verwees naar filosofen en onder andere technieksocioloog Bruno Latour. Dat techniek gewoon menseigen is, het alsmaar willen verbeteren. Denk maar aan plantenveredeling, waar de kunstenaars van de Onkruidenier (Jonmar van Vlijmen, Ronald Boer en Rosanne van Wijk) mooi op inspelen met hun strandbiet, oermoeder van zowel de suikerbiet, voederbiet als de direct voor onze consumptie geschikte rode biet. Maar het roer moet om. Er moet meer gekeken worden naar “What happens” in plaats van het tot nog toe gebruikelijke “What we plan to do”. Het is noodzaak om tot samenwerking te komen tussen natuur en techniek om toekomstige rampen (voor de mens althans) te voorkomen. Zo ging Marcha Dedert (ZMF – Zeeuwse Milieu Federatie) in discussie met kleine groepjes bezoekers over de Balans in de toekomst.
Zelf wilde ik er vooral een dag om van te genieten van maken en zocht met mijn dochter Johanna van Dijke in ons beider vrijwilligersrooster wanneer we gezamenlijk zouden kunnen aanmonsteren op de boot naar de zeetuin. (Jeroen van Westen en Anne Ausloos). Allereerst moesten we ons aanmonsterboekje halen en de tijd van afvaart bestempelen. Reddingsvesten aan en een heuse instructie hoe te handelen als we overboord zouden raken, in rugligging de knieën optrekken en de armen gekruist over de borst wachten op redding. Kostbaarheden achterlaten. Veerle, Jeroens dochter, kreeg zelfs twee gehoorapparaten in beheer. Een koptelefoon op en aan de hand van lieve gastvrouwen en dito heren werden we over de glibberige helling naar de tijdelijke houten steiger geleid. Zodra we instapten, begon een fascinerend muziekstuk van Koos de Muinck, gebaseerd op omgevingsgeluiden van water en vogels, van beat box tot fluitspel, halverwege onderbroken door het prachtige wiergedicht van Miek Zwamborn. De ruimte waar ik ooit met de kano maar net onder het lage plafond door kon, opende zich nu als een gigantische kathedraal met metershoge levende wanden door oesters begroeid. Af en toe spuugde er eentje een straaltje water naar buiten en werd de muziek versterkt door de plonsjes en klotsjes uit de werkelijkheid. Gewiegd en gedragen, door Jeroen en Anne rondgeduwd in een ander indrukwekkend universum. Eenmaal weer aan vaste wal had Johanna dienst in het dorpshuis van Serooskerke, die omgebouwd was tot tijdelijke bioscoop. De film “Stillness II” van Esther Kokmeijer liet me drijven op de deinende ademhaling tussen de smeltende ijsschotsen van de poolzeeën. Onderwatererosie deed de ijssneeuw sponzig afbrokkelen. Soms brak er opeens een scherpe barst in een gaaf wit oppervlak. Ook wel een beetje dreigend, het silhouet van een roerloos, monumentaal gebergte waar omheen alles beweegt. Onverstoorbaar. Kruiend ijs, grote brokken tot geometrische vormen vers afgescheurd, die traag in het decor voorlangs schuiven.
Erna moet ik op mijn post zijn in het tweede caisson, waar Jeroen en Anne de film “Suspensie” vertonen.
Afdalend langs de ladder kom je van het felle zonlicht in een duistergebied. Onder een zwevende wand door kruipend, licht ik de mensen met zaklantaarn bij om ze naar de houten bankjes te begeleiden tot ook hun ogen aan het nog diepere donker in de tweede ruimte zijn gewend. Een kleibol zweeft in, door zijn eigen aftakeling, steeds troebeler wordend water tot hij uiteindelijk met luide knallen en geborrel vol water loopt, uit elkaar valt en naar de bodem zinkt. Een eenvoudige demonstratie van de wet van Archimedes, dat de opwaartse kracht gelijk staat aan het gewicht van de door het volume verplaatste vloeistof. De film past zo goed in de sfeer van de locatie. Af en toe is het druk en moeten mensen blijven staan. Het is een voortdurend komen en gaan, omdat sommigen het een beetje beangstigend vinden en daar niet lang willen blijven. Maar ook is er een vrouw, die de hele 55 minuten geboeid zitten blijft en me vertelt, dat het al haar tweede keer is.
Weer bovengronds spoed ik me naar de wapperende doeken van Marjolijn Boterenbrood helemaal aan het andere eind van het terrein. Achteraf vind ik het jammer zo snel aan alle beelden voorbij te zijn gegaan. De kleurige schaduwen op het asfalt bij Willem Besselink , als ware het glas in lood. De bijna sjamanistische rituelen van de Onkruidenier. De performance van Esther Kokmeijer en Elmar C. Fuchs in de “Flight Chart” om te onderzoeken welke invloed deze geometrische veelhoek, bestaande uit koperen buisjes, heeft op elektrische ladingen, inclusief die van de mens. Ik heb het gemist, want toen ik na het eten bij Fritureluur weer naar het dorpshuis liep om ook alle andere films te zien, dacht ik daarna op mijn gemakje de beelden nog te kunnen bekijken, maar we kwamen te laat en het meeste was al opgeruimd en iedereen aan de borrel.
“Van de Punt tot Bru” (Gerco de Ruijter) gaf me een luchtballongevoel. Heel vervreemdend, zelf leek je alsmaar in beweging, terwijl wat je zag doodstil bleef staan, bevroren branding, stille bewegingloze auto’s. Het spontane commentaar van een plat Schouws pratende Kees Boogerd trok dat vreemde verre weer nabij in een bepaald soort intimiteit. Juist die tegenstelling maakte het spannend.
De film “Het Theater der Natuur” (Astrid van Nimwegen) geeft een blik op het wisselende licht en het verloop van het getij gedurende een aantal weken. Daarnaast stonden er in het echt, vanuit hetzelfde standpunt op de helling, 10 rijen houten stoelen opgesteld om bezoekers uit te nodigen het moment zelf te observeren. Om de 10 minuten moest de voorste rij verplaatst worden naar de achterste en maakte zo het opkomende tij zichtbaar. Als toegift werd de film Droog/Kinsugi (Jaap Verseput – akkerbouwer, muzikant, filmer en cultureel ondernemer) getoond over de gebarsten aarde van de droogvallende kreek. Hij onderzocht hoe zout de zee, de Grevelingen en de Kreek op dat moment waren en of het mogelijk was de deze zomer keiharde, verdroogde aarde met water uit de Kreek te bevloeien om de uien beter te kunnen oogsten. Kinsugi is een Japanse term, waarbij barsten in de keramiek juist benadrukt worden door deze met goud op te vullen. Om het Hollands pragmatisch te zeggen, van de nood een deugd maken, in elk kwaad schuilt ook iets goeds waarbij men meestal op leermomenten doelt. In ieder ongeluk schuilt wel een gelukje is er nog zo een en inderdaad zijn die breukpatronen prachtig om te zien. Ik had deze laatste drie films niet willen missen (de film van Bruno Doedens had ik al uitgebreid gezien bij “Film by the Sea” vorig jaar), maar ik was wel blij dat ik vroeg op de dag toch nog even had stil gestaan bij het werk van Aletta de Jong, want het alchemistisch proces van zoet water winning uit zeewater, levert ook visueel een mooi beeld op. Zwarte vaten zijn afgedekt met transparant plastic. Boven elk vat een diepe kuil, veroorzaakt door het gewicht van agar agar. Dit is gemaakt van zeewier en blijft enigszins transparant, waardoor je het zoet water opvang bakje kunt zien, dat er precies onder staat. De zon verwarmt de zwarte vaten waarin het laagje zeewater verdampt en tegen het plastic condenseert, naar het diepste punt toe loopt en als zoet water neer druppelt in het bakje. Ook voor het kunstenaarsboek in de vorm van een bijenkast met in plaats van raten een soort hangende archiefmappen over alle mogelijke plattegronden van Schouwen-Duiveland, die Marjolijn Boterenenbrood verzamelde of maakte, had ik helaas geen tijd. Maar er werden door haar en Michiel Romeyn verschillende uit de kast gehaald en tegen het licht gehouden. Ook geen tijd voor ontmoetingen met oude bekenden van ver, zelfs verschillenden uit Amsterdam. Al met al een prachtige, spannende en soms leerzame dag, die ongelofelijk snel voorbij was, maar genoten heb ik zeker.

teja van hoften

]]>
http://bewaerschole-archief.nl/ooggetuige/feed/ 0
Dit zien kunstenaars na 5 jaar balanceren tussen zoet en zout http://bewaerschole-archief.nl/dit-zien-kunstenaars-na-5-jaar-balanceren-tussen-zoet-en-zout/ http://bewaerschole-archief.nl/dit-zien-kunstenaars-na-5-jaar-balanceren-tussen-zoet-en-zout/#respond Mon, 03 Sep 2018 08:09:33 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=4064  

SEROOSKERKE – Het is één van de grootste opgaven van dit moment, vindt gedeputeerde Ben de Reu. Hoe krijg je bij mensen tussen de oren dat het klimaat verandert? De droge zomer die we hadden, draagt daar toe bij. Maar ook een manifestatie als Balans van Zoet en Zout. Het was huiveren en genieten ineen, zaterdag bij de Schelphoek bij Serooskerke.

Esme Soesman 03-09-18 PZC

De manifestatie bij de Schelphoek was de grote finale van het meerjarige project Balanceren tussen Zoet en Zout van de Bewaerschole. Dit in Burgh-Haamstede gevestigde centrum voor hedendaagse kunst gaf een stuk of vijftien kunstenaars de opdracht zich vijf jaar lang te verdiepen in het thema Balanceren tussen Zoet en Zout. Geen insteek of uitwerking hetzelfde, zo bleek zaterdag

,,Kunstenaars zijn veel beter in staat dan politici en bestuurders om op een indringende manier iets bij het publiek duidelijk te maken of mensen met iets te confronteren”, sprak De Reu.  Al deed hij het tijdens zijn openingstoespraak ook niet verkeerd. De Reu schetste hoe Zeeland voor zoetwatertoevoer volledig afhankelijk is van water van elders, dat via waterleidingen naar de provincie wordt gevoerd. ,,Als je het dan over terroristische aanslagen hebt…”, wees De Reu op de Zeeuwse kwetsbaarheid.

Zoet wateropslag, verzilting en zeespiegelstijging. Het zijn dé uitdagingen van dit moment. Met de Oosterscheldekering zitten we nog een flinke tijd goed, zei Leo Adriaanse van Rijkswaterstaat. Maar hoe verder, is wel een vraag die de komende decennia centraal staat. ,,Ik denk dat we moeten streven naar een mooie fusie tussen natuur en techniek. En ik denk dat kunstenaars en filosofen ons daarbij kunnen inspireren.”

De grote ‘sigaar’ die een paar jaar geleden over heel Zeeland vloog om de zoutverdeling in het Zeeuwse grondwater in kaart te brengen, levert – voor de leek – weinig toegankelijke grafiekjes op. Hoe anders is dat met het ‘bodemmonument’ dat beeldend kunstenaar Willem Besselink maakte. Dat wat onzichtbaar onder je voeten ligt, is door hem in een kleurrijke toren gegoten. Michiel Romeyn presenteerde honderden meters verderop Marjolijn Boterenbroods Partituur van Zoet en Zout; een boek gemaakt in een bijenkast. Met op elke pagina (ofwel raam) een andere interpretatie van het zoet en zout op Schouwen-Duiveland.

Zeetuin

Kleine bootjes brachten bezoekers naar de caissons. Daar duwden kunstenaars Jeroen van Westen en Anne Ausloos de bootjes door de daar verborgen gelegen zeetuin. Via de koptelefoon klonk zuigend wier en spoelende oesters, muziek en een wiergedicht van Miek Zwamborn. ,,Wij zijn een zilt universum. Een op-z’n-kops bos”. De vijf jaar van de Bewaerschole zijn voorbij, maar voor Van Westen en Ausloos is het nog niet over. ,,Wij zijn nog niet klaar”.  Sloeg de balans de afgelopen jaren voor hen vooral door naar zout, nu willen ze verder met zoet. ,,We hebben al een trasbak schoongemaakt bij een boerderij, die weer in gebruik is genomen. Dat is de basis voor meer.”

]]>
http://bewaerschole-archief.nl/dit-zien-kunstenaars-na-5-jaar-balanceren-tussen-zoet-en-zout/feed/ 0
Passie, poëzie en projecten http://bewaerschole-archief.nl/passie-poezie-en-projecten/ http://bewaerschole-archief.nl/passie-poezie-en-projecten/#respond Wed, 15 Mar 2017 08:56:56 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=2955 Passie, poëzie en projecten spelen deze week de hoofdrol in CTV Cultuur.

Presentator Ron Lubbersen van CTV Cultuur praat met  curator Marinus van Dijke over het 5-jarig project ‘Balanceren tussen zoet en zout’ in De Bewaerschole in Burgh-Haamstede, vanaf 31.50 min. http://www.ctvzeeland.nl/van-passievrucht-tot-zoet-en-zout/content/item?951827

Knipsel2

In de uitzending is een korte film te zien met filmbeelden van  Marjolijn Boterenbrood, Jeroen van Westen, Jaap Verseput en Marinus van Dijke. De muziek die te horen is  zijn opnames van de improvisaties door Rick van der Ree en Jaap Verseput tijdens de opening van de tentoonstelling partituur van  Zoet en Zout van Marjolijn Boterenbrood.

]]>
http://bewaerschole-archief.nl/passie-poezie-en-projecten/feed/ 0
OGENBLIK EN VERGEZICHTEN http://bewaerschole-archief.nl/ogenblik-en-vergezichten/ http://bewaerschole-archief.nl/ogenblik-en-vergezichten/#respond Sat, 11 Feb 2017 13:28:49 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=2755 Verslag van de ‘inspiratie-dag’ in de Bewaerschole, 4 februari 2017.

Aanwezig: alle kunstenaars die deelnemen aan het project Balanceren tussen Zoet en Zout, vertegenwoordigers van instellingen en organisaties waarmee in het project wordt samengewerkt (van Rijkswaterstaat tot het Zeeuws Museum, en van Landschapsbeheer Zeeland tot Agrarisch Schouwen-Duiveland), bestuur en werkgroep programmering van de Bewaerschole.

ANNE AUSLOOS & JEROEN VAN WESTEN

ZOZO-grenswereld-P1050763
GRENSWERELD
In 2014 begonnen met veldonderzoek naar de grens tussen zoet en zout in de bodem van Schouwen-Duiveland. Conclusie: Er is geen scherpe grens, maar tussen zoet en zout ligt een wereld van materiaal, kleur, smaak, geur. Presentatie van de resultaten in een expositie in de Bewaerschole in maart 2015. Met een soundscape van Koos de Muinck en de publicatie van het eerste ZoZo-Magazine in magazinevorm.

Presentatie-ZOZO-BS-04022017-MR-18
GRONDHOUDING
Vervolgonderzoek naar het effect van zoet en zout in gedroogde en gebakken klei. Verzamelen van blokken klei op Schouwen-Duiveland. Cultuurhistorisch onderzoek naar Middeleeuwse kloostermoppen en hoe die werden gebakken. Zelfgemaakte ‘Schouwse’ kloostermoppen, slib verzameld op verschillende locaties op Schouwen, stenen ermee ingesmeerd en gebakken. In alle proeven grote kleurverschillen gevonden. Het resultaat gepresenteerd in de expositie Grondhouding/Fundamental in Galerie De Witte Voet in Amsterdam. Met de Perfomance ZoZo, de compositie ‘Diepgang’ van Koos de Muinck en de presentatie van het tweede ZoZo-Magazine in magazinevorm.

Rood-Blauwe-VFD
ZOETWATEROPSLAG
Uit voorgaand onderzoek bleek dat het zout in de bodem reden was voor monniken uit Gent om Schouwen te koloniseren. Zilte gronden waren essentieel voor de wolproductie. Zout werd de motor van de lokale cultuur en rijkdom. Zoet was essentieel voor het leven van mens en dier. Onderzoek naar zoetwateropslag op Schouwen-Duiveland voor 1953: kleipoelen,  hollestelles, het Waterhuis in Zierikzee, waterkelders en -putten: vele manieren om kostbaar zoet regenwater op te slaan. Daarnaast kaarten gevonden van de zoetwaterstromen in de diepere ondergrond van het eiland, de ‘Waanzee’.

De Watersnoodramp van 1953 en de wederopbouw daarna hebben de balans tussen zoet en zout volledig veranderd. Wat is er over van de ‘Waanzee’? Op welke plekken in het landschap is zoetwateropslag nog mogelijk. Dit onderzoek zal in 2018 resulteren in nieuwe zoetwaterkaarten van Schouwen-Duiveland, een ontwerp voor een nieuw Waterhuis en de aanleg van een ‘Hollestelsel’, een netwerk van zoetwaterpoelen.

c-P1530263
DIEPGANG
Het zintuiglijk onderzoek voor zowel Grenswereld als Grondhouding was ook ontvankelijk voor de geluiden in het landschap, van kleine, voor het mensenlijk oor vrijwel onhoorbaar geluiden (het volzuigen van een baksteen onder water) tot geluiden die als foto’s zo sterk beeldend worden waargenomen. Deze onderzoeksgegevens, ervaringen, hebben we overhandigd aan componist Koos de Muinck. In Grenswereld heeft hij de door ons opgenomen geluiden beeldend gebruikt, in Grondhouding heeft hij de geluiden geanalyseerd en getransponeerd voor muziekinstrumenten. Voor dat wat we binnen Waanzee verzamelen vermoeden we dat er een werk voor stemmen zal ontstaan, de stromen van verhalen, onhoorbaar vergeten verhalen van de kolonisatie vanuit Gent tot nu.

We streven naar een dubbelconcert van de drie composities in de StLievensmonsterkerk te Gent en de St Lievensmonstertoren te Zierikzee.

MARJOLIJN BOTERENBROOD

DSC_2735
PARTITUUR VAN ZOET EN ZOUT
In 2014 begonnen met het verzamelen van verhalen over het leven met zoet en zout op Schouwen-Duiveland. Een zoektocht naar mythes, verhalen, herinneringen, feiten en beelden. Een terra incognita dat zich laat ontdekken door luisteren, kijken, ruiken, proeven, voelen. Haar ervaringen verwerkt Marjolijn in een blog op de site van de Bewaerschole. Ze vat ze samen in kaarten van het eiland, veelvormig en heterogeen. En met haar ‘tekenmachine’ nodigt ze mensen uit om hun eigen ervaringen in kaart te brengen.

DSC_5960
Resultaten waren in de zomer van 2015 te ervaren op een presentatie in de Bewaerschole. Ze publiceerde tevens het Zoet & Zout Kwartetspel met het Schouws lexicon: van schorre en darink delven tot kwel en waterpit. En boer/muzikant Jaap Verseput speelde op saxofoon de Partituur van Zoet en Zout.

In de zomer van 2016 nam ze deel aan een internationaal onderzoek The Landscape Speaks. Reist door Siberië en ontdekt nieuwe verhalen over het belang van zout voor de lokale bevolking en over historische zoutroutes. Verslag in haar blog op de site van de Bewaerschole.

In februari 2017 op haar blog een heel aantal interviews over leven met Zoet & Zout met oa. mosselkwekers, een bijenhouder en Jaap Schoof, oud-directeur van het Watersnoodmuseum, ter gelegenheid van de herdenking van de Ramp van ’53.

In 2017 vervolgt samenwerking met G.B.M. Pedroli, landschapsecoloog aan de Wageningen UR, voor het ontwikkelen van een methode om internationaal specifieke locaties in kaart te brengen. Nieuwe kaarten van Schouwen-Duiveland met nieuwe ervaringen zullen volgen.

de partituur in klank

de partituur in klank

In 2018 wil ze een publicatie maken: ‘de Partituur van Zoet en Zout  (ze heeft al een vouwboek als voorbeeld gemaakt), en de Partituur zal worden uitgevoerd door acteurs.

Daarnaast wil ze in samenwerking met Onkruidenier Ronald de Boer (zie daar) een smaakkaart van Schouwen-Duiveland uitwerken en met Esther Kokmeijer (zie aldaar) en ‘met de Wageningen UR een kaart met internationale ervaringen.

ALETTA DE JONG

VitrineTot1
DROGERIJ
In 2014 begonnen met het verzamelen van natuurlijke materialen en mineralen op Schouwen-Duiveland, die zowel in de  zee als op het land voorkomen, zoet én zout. Ze hanteert de drogerij (drogisterij) als onderzoekvorm. Door het verzamelen, rubriceren en verwerken van de materialen het landschap grijpbaar maken. Zo onderzoekt zij de huidige situatie en de potentiële wisselwerking tussen mensen en hun leefomgeving. 

In haar aanpak gesterkt door deelname aan de Encuentro Internacional de Arte y Ecologica in Andalusië in april 2015.

Overzicht3
In de zomer van 2015 presenteerde ze haar verzameling en bevindingen in de expositie DROGERIJ in de Bewaerschole.

afsluiting13-09-2015web
Die werd afgesloten met een lezing van Eric Geboers over zijn project ‘Bouwen met Zeewater’. Net als in de Drogerij spelen in zijn project locatie, grondstoffen en mogelijke toepassing een hoofdrol.

In het vervolgonderzoek in 2016 komt het accent te liggen op algen en wieren, materialen die steeds meer worden gekweekt met als doel ze te verwerken tot voedsel en aan te wenden als bron van energie. Voor ondersteuning contact met de Wageningen UR, die op Schouwen-Duiveland (de Schelphoek) wieren kweekt in de Zeeboerderij en in het AlgaeParc in Wageningen algen in open en gesloten watersystemen. De toepassingen van andere door de zee voortgebrachte materialen, zoals schelpen en kalk, worden in haar onderzoek betrokken.

In 2017-2018 wil ze methoden onderzoeken voor het gebruiken van algen in textielbewerkingen.

En samen met Onkruidenier Ronald Boer (zie aldaar) en wil ze onderzoek doen naar overlevingsstrategieën van zoutminnende planten op Schouwen-Duiveland en mogelijke toepassingen daarvan.

RONALD DE BOER

opening 2015-01
THE HUNGRY TIDE
Na een jaar onderzoek in en rond de Oosterschelde presenteerde Ronald najaar 2015 samen met Valerie Dempsey (Schotland) in de Bewaerschole The Hungry Tide. Daarin maakten zij het onzichtbare verloop van zoet naar zout in het landschap zichtbaar en tastbaar.

WATERPIONIER
In 2016 verplaatste hij zijn blikveld van het strak omlijnde landschap van Schouwen naar de Zandmotor bij Kijkduin, een natuurlijk lijkend, maar door de mens gecreëerd landschap. Met Jonmar van Vlijmen en diens Onkruidenier op zoek naar overlevingsstrategieën voor een zoute toekomst. Die vonden ze in zoutminnende organismen, halofyten, die op ingenieuze manieren zout kunnen filteren, opslaan en indien nodig weer afstoten. In Een mobiele cocktailbar organiseerden ze ‘klimaatproeverijen’. In dit onderzoek werkten ze samen met o.m. de Satellietgroep, bioloog Claud Biemans en hydroloog Hein de Jonge (Dunea).

2015-09-06-09.35.16_850
Op basis van deze ervaring willen ze aan de slag met de ontwikkeling van een ‘kunstnier’ die een wisselwerking toont tussen het verziltende landschap, de planten en de mens. Of is de Zandmotor zelf onze derde kunstnier die zout water buiten houdt en filtert voor het achterland?

EXPEDITIE LANDSCHAPSEXTRACTEN (Waterland)
Van de geconstrueerde kustlijn, verplaatst Ronald zijn werkveld tijdelijk naar Waterland, ten noorden van Amsterdam. Welke sporen van de grote overstroming uit 1916 zijn er nog te vinden. Zit het zout nog in oude veenlagen, het grondwater of in de vegetatie? Na weken veldwerk ontdekken ze dat het fysieke zout nog maar een relict is in de herinnering van het landschap. In de verzameling van planten, water- en bodemmonsters kwam het zout in de vorm van verhalen en smaakervaringen tot leven tijdens het Over het IJ Festival.

zwevend zoutdeeltje
HALOFYT LEVEN

Met ingang van 2017 werkt Ronald samen met Jonmar van Vlijmen als Onkruidenier, ook in het Project Balanceren tussen Zoet en Zout.

Binnen het project van de Bewaerschole werken ze al samen in de vorm van kennis uitwisseling, onderlinge reflectie met de gezamenlijke presentaties. Voor de verdere ontwikkelingen gaan we met Marjolein Boterenbrood een smakenkaart van Schouwen maken en met Aletta de Jong willen we de werkzame stoffen en materiaal onderzoek van een aantal planten verder onderzoeken. Er is een overlap met het landschaplezende vermogen die mooi aansluit bij hun zienswijze van het kustlandschap.

In een gebied dat grotendeels onder de zeespiegel ligt en door opkomend zout wordt bedreigd, kan de mens wellicht veel leren van het aanpassingsvermogen van halotolerante planten. Wat zou er mogelijk zijn wanneer we de klimaat adaptieve capaciteiten van planten gebruiken voor de ontwikkeling van het menselijk leven en we halofyt worden? Met hun Veldwerkplaats gaan ze op Schouwen op zoek naar zoutminnende planten om die op te nemen in smakenpalet van zoet en zout. En komend jaar wordt er ook gewerkt vanuit het Jac. P. Thijsse lab  op de Jan van Eyck.  In de loop van 2018 presentaties van de onderzoeksresultaten aan een breed publiek.

ASTRID VAN NIMWEGEN

DSC_0278 -2
ZEELANDSCHAPPEN
Voorjaar 2016 presenteerde Astrid in de Bewaerschole Zeelandschappen, een expositie over de reflectie van licht op zoet en zout water. In combinatie met een soundscape van geluiden opgenomen in landschappen met zoet en zout water.

WATERMUZIEK
In een vervolgonderzoek probeerde Astrid zoete en zoute landschapsgeluiden hoorbaar te maken door 2 smeltende LP’s van ijs af te spelen. Het was de aanzet tot een groot onderzoek naar de mogelijkheden van orkestratie van watergeluiden.

Zoete en zoute landschaps-geluiden
Begonnen met het verzamelen van geluid van zoet en zout water (waterlopen, sluizen, golven, branding e.a.) en het geluid van de omgeving (wind, verkeer, vogels etc.).

Achterliggende doelstelling is hernieuwd bewustzijn creëren van onze directe omgeving, onze werkelijkheid, door te luisteren naar geluiden die we geleerd hebben te negeren.

Via het werk van componist John Cage het principe van de ‘aleatorische’ muziek ontdekt, die bewust gebruik maakt van het toeval. In die traditie wil ze in 2017/2018 een grafische partituur, een beeldpartituur maken van geluiden van zoet en zout water.

In samenwerking met componisten en dirigenten onderzoeken hoe een dergelijke partituur uit te voeren. O.a. met Koos de Muinck die eerder muziek componeerde voor Anne Ausloos en Jeroen van Westen (zie aldaar).

Afsluiting van het onderzoek moet de registratie worden van  een concert waarbij een dirigent de zee dirigeert. Die registratie online en/of tijdens een expositie laten zien en horen.

EGIED SIMONS
PowerPoint Presentation

RADIX ALCHEMIA
Egied Simons is gefascineerd door de plantenwortels en hun ondergrondse structuren.
Welke strategie gebruikt een plant op zoek naar grip en voedsel? Hoe grijpen wortels van verschillende planten in elkaar. Wat voor chemische stoffen komen er in de grond vrij bij dit proces? Is de ondergrond een afspiegeling van de bovengrond?

Als voorbereiding op het onderzoek op Schouwen-Duiveland (Field Research) experimenten in de werkplaats (Root Lab Home Research) met de wortelgroei van diverse landbouwgewassen. Daaronder meer of minder zouttolerantie soorten als gerst, spelt, biet, huttentut, koolzaad, quinoa en zwarte mosterd.

Om het proces van wortelvorming optimaal te kunnen volgen laat hij zaden ontkiemen in velden, waarbij hij experimenteert met ondergronden onder groeicondities. De ondergrond kan neutraal zijn (watten, gaas, kappok, kokosvezel, hydrocultuur) of bestaan uit diverse bodemsoorten (of een mengsel van beide).

In de expositie RADIX ALCHEMIA in de Bewaerschole (april – juni 2016) het resultaat gepresenteerd van de verschillende methoden die hij intussen heeft ontwikkeld.

DSC_0134
Radix morgana: Met een zelf ontwikkelde groei-installatie de bijzondere patronen en kleuren van wortelweefsels zichtbaar gemaakt. Op een glazen plaat verschillende gewassen laten groeien, terwijl de wortelgroei is te volgen via een spiegel.

Root Extracts: Wortels nemen stoffen op uit de bodem en scheiden stoffen uit. Planten die met wortel en al groeien in water blijken aan dit water een kleuring te geven. Die kleuring en vaak ook de helderheid zijn uniek voor iedere plant.

Naar aanleiding van dit experiment doet de afdeling Chemie van de Hogeschool Zeeland onderzoek naar de samenstelling van deze ‘root extracts’. Hoe kunst en wetenschap samengaan en elkaar versterken.

PowerPoint Presentation
Rootprints: Onderzoek naar wortels die groeien op speciaal geprepareerde en opgespannen doeken. De wortels van iedere plant hebben een eigen kleur, een eigen patroon, een eigen signatuur. In gedroogde vorm wordt dit spel van lijnen, kleuren en vlakken geconserveerd. Inmiddels onderzoek naar verticale groeivormen, wortelstructuren als hangende tuinen op een geprepareerde ondergrond.

Afsluiting van RADIX ALCHEMIA door akkerbouwer Huub Romijn: “De bodem is de basis voor alle gewassen op mijn bedrijf. Dat de wortels van de planten goed kunnen gedijen is een voorwaarde voor een geslaagde teelt. Het thema zoet/zout spreekt mij aan omdat beide invloeden aanwezig zijn in onze polder.”

PowerPoint Presentation
LIQUID FILES
In 2017/2018 uitbreiding van het project uitbreiden met biotooponderzoek van waterleven op Schouwen-Duiveland. Doel is het  zichtbaar maken van minuscule organismen die leven in een zoute omgeving (oesterlarven, algen, bacteriën e.d.).

Bij de Verbeeke Foundation een serie proeven gedaan. Daaruit bleek onder meer dat dierlijke waterorganismen het best gedijen in de buurt van plantenwortels. Middels spiegels en speciale belichting wil hij deze levende organismen projecteren in sterk vergrootte, bijna tastbare vorm.

BRUNO DOEDENS & SLeM

DSC_0070web
ALLES BEWEEGT
In de zomer van 2016 veranderde de Bewaerschole in een strand. Een voorproefje van het project van Bruno Doedens en SLeM in het kader van Balanceren tussen Zoet en Zout.

alles-beweegt-11
In het verleden was de zuidwestelijke delta een dynamisch landschap waarin zoet en zout voortdurend in beweging waren. Door menselijk ingrijpen is het landschap verstard, en dat wordt weerspiegelt in de mentaliteit van de delta. Bruno stelt daar een culturele landschapsontwikkeling tegenover. Om dat duidelijk te maken heeft hij de vorming van nieuw land door de zandsuppletie bij de Brouwersdam gekozen voor een ‘poëtisch filmverslag’. Daarin komen een drietal thema’s bij elkaar: de feitelijke zandsuppletie, de ontwikkeling van de kustlijn in historisch perspectief en de methode ‘building with nature’, die Bruno dynamischer ziet als ‘dancing with nature’. De acteurs zijn het zand en het transport daarvan, de machines en hun bemanning, de vogels en de wind, het licht en het water, surfers en badgasten, muziek en dans, en de landart titel ‘Alles beweegt’.

2016-11-18-10
De opnamen van de film zijn voltooid. De Zeeuwse band Blof heeft de muziek geschreven. De montage wordt gemaakt.

September 2017 première van de film op het festival Film by the Sea. Fragmenten ervan zijn eind juni al te zien op de Brouwersdam, als Blof het lied ‘Alles beweegt’ zingt op Concert at Sea. Najaar 2017 tv-première bij Omroep Zeeland. Zomer 2018 vertoning op Oerol in samenwerking met Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018.

DSC04283bew
De aannemer van de zandsuppletie heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van de film. En Rijkswaterstaat Zeeland heeft zelfs de uitdaging van SLeM opgepakt om in de toekomst beweeglijker te zijn, organisatorisch en technisch-uitvoerend.

ESTHER KOKMEIJER

vsb beeld_Page_05
DAGBOEK VAN EEN POOLREIZIGER
‘Traveling I require’ is het motto van Esther. Haar werk ontstaat voor een groot deel tijdens en door de reizen die ze maakt, waarbij de reis zelf wezenlijk onderdeel is van het werk. Daaruit valt haar fascinatie te verklaren voor het migratiegedrag van de Noordse Stern, de Sterna paradisaea (Pontopiddan, 1763). De meest voorkomende vogel op aarde, maar zelden door de mens gezien. De vogel trekt jaarlijks van zijn broedplaats in het Arctisch gebied naar zijn overwinterplaats op Antarctica en terug, zo’n 70.000 kilometer. De zilte zuidkust van Schouwen is voor veel Noordse Sterns een belangrijke tussenstop. En voor enkele tientallen paartjes is het de meest zuidelijke broedplaats van de vogel.

Zomer 2015: inventarisatie van de Noordse Stern op Schouwen-Duiveland in samenwerking met vogelkenners John Beijersbergen en Kees de Kraker.

In 2015 bezoek aan het Nederlandse Poolstation op Spitsbergen. Aansluiting bij het onderzoek van o.a. Maarten Loonen en het Arctisch Centrum van de RU Groningen naar de migratie van de Noordse Stern en de invloed daarop van klimaatverandering. Door vogels te voorzien van een geo-locator zijn de onderzoekers in staat de route van Noordse Sterns vast te leggen.

Bewaerschole 2017 Esther Kokmeijer-30
Najaar 2016 expositie in de Bewaerschole. De route van een paartje Noordse Sterns verbeeld op twee ronde spiegels, het noordelijk en zuidelijk halfrond. Een serie unieke foto’s van de Noordse Stern te zien, door Esther gemaakt op Spitsbergen. Gegevens van recent wetenschappelijk onderzoek te raadplegen door publiek. Zo schakelt Esther moeiteloos van wetenschap naar poëzie, van Schouwen naar de wereld.

lezingen01
De tentoonstelling wordt geopend door Ko de Korte, zeevogelonderzoeker en coördinator van het Arctisch Programma van Oceanwide Expeditions. Eind september komt een basisschool uit Burg-Haamstede de tentoonstelling bezoeken, En die avond zijn er lezingen over de Noordse Stern door Maarten Loonen, Kees de Kraker en Esther zelf.

In 2017 zet Esther haar onderzoek voort met een bezoek aan Antarctica (februari-maart) en Spitsbergen (zomer).

In de winter van 2017/2018 is er mede op initiatief van Esther een symposium over de zoektocht naar de overwinterplaatsen van de Noordse Stern.

beeldbuiten
Afsluiting van het project Balanceren tussen Zoet en Zout met permanente installatie ‘Dagboek van een Poolreiziger’ aan de zuidkust van Schouwen. Mogelijk verschijnt dan het eerste nummer van een nieuw wetenschappelijk tijdschrift gericht op Antarctica met migratie als thema. Ook bij dit initiatief speelt het onderzoek van Esther een rol. Zo gaan kunst en wetenschap als zelfstandige eenheden een verdiepende verbinding aan.

WILLEM BESSELINK

fram met glas puntdak 02
ONDER < > BOVEN
Het werk van Willem Besselink draait om het zichtbaar maken van systemen, patronen en structuren die schuilgaan achter dagelijkse gebeurtenissen en situaties.

Voor Balanceren tussen Zoet en Zout werkt hij samen met Deltares (Utrecht/Delft), dat in opdracht van de provincie Zeeland, het Waterschap Scheldestromen en de Zeeuwse gemeenten het FRESHEM onderzoek uitvoert. Dit onderzoek brengt het zoutgehalte van het grondwater in Zeeland in kaart.

Voor Willem een goudmijn aan gegevens. Waar Deltares de resultaten digitaal beschikbaar stelt aan belanghebbenden, maakt Willem er een fysieke en tastbare visualisatie van.

Het wordt een installatie die vanaf begin maart 2017 de hele expositieruimte van de Bewaerschole zal vullen. De gegevens van Deltares over de bodemsituatie onder de Bewaerschole bouwt hij boven de grond op als een structuur die voor het publiek begaanbaar is. Als de bezoeker de installatie binnenstapt, is hij direct omgeven door een grafisch bouwwerk dat precies de zoet- en zoutwaterbalans onder zijn voeten weergeeft.

toren bij dam klein
ONDER < > BOVEN BUITEN
Als vervolg op de installatie ONDER < > BOVEN in de Bewaerschole een reeks ontwerpen voor sculpturen in de buitenruimte. Ook die zullen een grafische weergave zijn van het zoutgehalte in het grondwater op een specifieke plek.

Willem kiest daarvoor locaties in de hele provincie met een speciale rol in de zoet- en zoutwaterbalans in het landschap. Bijvoorbeeld de met caissons herstelde dijk bij het Watersnoodmuseum of de voet van de Stormvloedkering in de Oosterschelde.

Elke locatie moet niet alleen boven de grond uniek zijn, maar heeft ook een zout-brak-zoet verdeling in de ondergrond, onzichtbaar voor het oog.

De sculpturen zijn monumenten voor de bijzondere samenstelling van de Zeeuwse bodem.

LEONTINE LIEFFERING

DSC_0157
BELDERT
Leontine reageert op locaties door oude functies ervan bloot te leggen of verdwenen architecturale structuren opnieuw te visualiseren. In het proces van onderzoek naar geschiedenis en betekenis van een plek ontstaat een vermoeden van een beeld dat zich ontwikkelt tot een toevoeging op of ingreep in de ruimte. Daardoor ontstaat een nieuwe visie op de ruimte, een nieuwe kijk op de omgeving.

Voor Balanceren tussen Zoet en Zout richt zij zich op architectonische structuren op Schouwen-Duiveland die een relatie hebben met water, zoet en zout. Daarbij zijn de geschiedenis van het bouwwerk, de plek waar het staat of stond, de functie die het heeft of had en de verschijningsvorm belangrijke uitgangspunten.

In 2014 onderzoek naar een klein pakhuis aan de voormalige binnenhaven Beldert bij Dreischor. Het pand doorstond de Watersnoodramp van 1953, maar de binnenhaven werd gedempt met de brokstukken van verwoeste gebouwen. Als respons op deze geschiedenis bouwde ze een schaalmodel van het pakhuis met vormen die zowel ordening (pakhuisfunctie) als willekeur (demping haven) verbeelden.

_MG_9338
ONDER CONSTRUCTIE
In 2017 richt Leontine zich op een klein caisson bij het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Het ligt verzonken in de grond en steekt nog geen meter boven het maaiveld uit. Oogt als het fundament van een bouwwerk waarvan de werkzaamheden lang geleden werden gestaakt.

Leontine hervat ik als het ware de bouw. Heeft ideeën verzamelt voor bouwwerken die op deze structuur zouden kunnen verrijzen. Sommige met een duidelijke relatie met Schouwen-Duivenland, andere ontleend aan jarenlang fotograferen van architectuur in binnen- en buitenland.

Op basis daarvan een maquette gemaakt van een collageachtig gebouw, een samenvoeging van afbraakwoning, meekrapschuur, fabriek, gevel van een flat. Daarmee teruggekeerd naar het caisson om foto’s te maken.

Op het Malieveld in Den Haag proeven met de plattegrond van het caisson op ware grootte.

14
In ToBeWithArt in Amsterdam experiment met verschillende architectonische vormen en transparant materiaal om te komen tot een gelaagd beeld, in vorm en functie.

In mei – juni 2017 zal op het caisson een dergelijke transparante installatie verrijzen, een ‘vermoeden van een gebouw’, toegankelijk voor publiek, ‘als een wandeling door mijn gedachtegang’.

VERDRONKEN DORPEN
In 2018 wil Leontine zich richten op een bijzonder historisch, architectonisch verschijnsel op en rond Schouwen-Duiveland: verdronken en ondergestoven dorpen. In de loop van eeuwen zijn er in Zeeland meer dan honderd dorpen door natuurgeweld in het water of onder het zand verdwenen. Architectonische vormen die voortleven in het collectieve geheugen van de Zeeuwse delta en die ze in samenwerking met Landshapsbeheer Zeeland aan de vergetelheid wil ontrukken.

WIM GEEVEN

afb01
HET BOUWEN VAN EEN LANDSCHAP
‘De objecten van Wim Geeven oscilleren tussen sculpturaal en architecturaal, tussen herkenbaar en ondefinieerbaar. Ze roepen een waaier van beelden op zonder met één ervan samen te vallen.’ (Ruth Loos).

Vanuit deze context is Wim Geeven aan de slag gegaan met Balanceren tussen Zoet en Zout. Hij richt zich op Plan Tureluur, een nieuw aangelegd en omdijkt natuurgebied aan de zuidkust van Schouwen. Een ‘herstellandschap’, de reconstructie van een historisch, zilt  landschap.

Scan 5
De waterhuishouding in het gebied is zo geregeld dat het weer is als voorheen, maar zonder de kwetsbare dynamiek. De middelen die zijn gebruikt, zoals kwelbuizen en sluisjes, zijn nieuw bedacht en gericht op een juist geachte balans tussen zoet en zout.

Maar mede door de klimaatverandering zal dit landschap kwetsbaar blijven. Het proces van balanceren tussen zoet en zout zal blijvend dynamisch zijn.

78
Zo kreeg het nieuwe landschap meerdere lagen, fysiek en historisch. Deze lagen, onderlagen én hun onderlinge samenhang wil Wim in installaties in de Bewaerschole laten zien in de zomer van 2017. Daarbij neemt hij de vrijheid om wat er zich in de natuur en de historie heeft afgespeeld opnieuw in te vullen.

 

schelde
ANTWERPEN
In 2018 richt Wim zich op de verbinding tussen Schouwen-Duiveland en de stad waar hij woont en werkt, Antwerpen. Daar geldt eenzelfde problematiek met de balans tussen zoet en zout. Hij wil dit laten zien in een installatie van twee assen, gekaderd in een frame, die onder invloed van de wind kunnen draaien en zo op een luchtige manier de twee ‘smaken’ verbeelden, zoet en zout.

GERCO DE RUIJTER

Schouwen-kaart-Locaties
ZEEDIJK
In 2014 is Gerco de Ruijter begonnen met zijn fotografisch onderzoek op Schouwen-Duiveland naar de harde kustlijn van Schouwen-Duiveland, de dijk langs de Oosterschelde. Deze zeedijk is op het eerste gezicht een keiharde begrenzing tussen zoet en zout. Soms is dat ook daadwerkelijk het geval: een manier om het polderland tegen het zeewater te beschermen. Op andere plekken is de dijk veel meer een onderdeel van het landschap, geen natuurlijke begrenzing maar wel een mede door de natuur bepaalde grens. Op de grens van kwelders en laagveen, of op de grens van inlagen en slenken. Gerco wil laten zien dat de dijk geen statische lijn is maar de meridiaan in een zeer dynamisch gebied.

 

westenschouwen
Langs de Oosterscheldedijk 16 verschillende locaties gekozen en met een fish-eye camera onder een vlieger vanuit de lucht gefotografeerd.
Tegelijkertijd op die locaties opnamen gemaakt van de lucht. De twee beelden digitaal aan elkaar gezet waardoor een bol ontstaat waarbinnen je met een smartphone of een IPad kunt navigeren. Van het land naar het water van de Oosterschelde, van de dijk naar de lucht daarboven.

In het najaar van 2017 bouwt hij in de Bewaerschole de Oosterscheldedijk na in de vorm van een (digitale) lijn. Die lijn volgend kan het publiek met een nieuw ontwikkelde virtual-reality-bril en smartphone de panoramabeelden van de dijk bekijken. En lopend van het ene beeld naar het andere krijgt men de hele kustlijn te zien, van Bruinisse tot Westenschouwen.

Om de dynamiek van het landschap te benadrukken wil hij de opnamen tussen de 16 punten in de tijd laten verspringen: bij hoog en laag water, in voorjaar en winter, in zon en regen.

Knipsel3
In 2018 wil hij in samenwerking met de VVV Provincie Zeealnd zijn keten van virtuele uitkijkposten, compleet met een speciale app, laten opnemen in nieuwe wandel- en fietsroutes langs de Oosterschelde.  Een blijvende herinnering aan het project Balanceren tussen Zoet en Zout.

 

 

]]>
http://bewaerschole-archief.nl/ogenblik-en-vergezichten/feed/ 0
Historische en technische toelichting op de rol van zoet en zout op Schouwen-Duiveland http://bewaerschole-archief.nl/historische-en-technische-toelichting/ http://bewaerschole-archief.nl/historische-en-technische-toelichting/#respond Sat, 08 Mar 2014 10:32:10 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=374 In dit overzicht gaan we van macro naar micro en weer terug.
Jaarlijks verdampt er op aarde ongeveer 480.000 km³ water. Dat is een laag van ongeveer 94
cm over de gehele aarde. En er valt natuurlijk evenveel neerslag. Wel zijn er verschillen
tussen neerslag en verdamping wanneer je alleen het land of alleen de zee bekijkt. Op het land
valt er jaarlijks ca. 110.000 km³ neerslag, waarvan ca. 75.000 km³ verdampt en 35.000 km³
naar zee stroomt via rivieren. Daarvan komt bijna 20 % voor rekening van één enkele rivier,
de Amazone. Op zee valt ca. 370.000 km³ neerslag per jaar, terwijl er ca. 405.000 km³
verdampt. De zee is zout door de zoute zeebodem, maar het verdampte water van de zee is
zoet.

infoBalancerenZ&Z
Bron: Wikipedia
Schouwen-Duiveland doet uiteraard mee in de mondiale kringloop, maar heeft ook eigen
kringlopen van water. Die kringlopen zijn complex en kwetsbaar. Complex door de geologie
en het gecreëerde landschap, kwetsbaar door de seizoenen en door voortdurend menselijk
ingrijpen. Het is letterlijk ‘balanceren tussen zoet en zout’. Dit balanceren zie je terug in de
plaatjes hieronder: het eiland drijft op een zoute laag, die tijdens het holoceen is ontstaan, en
in de bovenste laag zie je de uitwisseling tussen zoet en zout. Vooral in droge zomers, als de
recreant geniet van het strand en de zee, rukt het zout uit de bodem op. Eenmaal verzilt land
wordt in de praktijk niet meer zoet, maar zal eerder verder verzilten. In gebieden waar teveel
zoet water onttrokken wordt en zout water boven komt ontstaat een ramp in de agrarische
economie.

infoBalancerenZ&Z2
Bron: memo Deltares van 30-09-2009
De zoutwinning in de Middeleeuwen heeft een stad als Zierikzee rijkdom gebracht, maar
vormde een gevaar voor de landbouw en de zee. Door de ‘moernering’, het afgraven van met
zeewater doordrenkte oude veenlagen, werd de bodemdaling versneld en ontstonden
gevaarlijke situaties. De middeleeuwse stad Reimerswaal is daardoor in de zee verdwenen.
Vooral de polders zijn kwetsbaar voor verzilting. Ze zijn ontstaan door de bedijking van het
doorsedimentatie op geslibde land en daarna is door de voortdurende bemaling en drainage de
bodem gedaald. Door de bedijking was nieuwe sedimentatie onmogelijk en door stijging van
de zeespiegel neemt de druk van het zoute water toe en rukt de zoute kwel steeds verder op.
Schouwen-Duiveland ligt middenin de Zuidwestelijke Delta, die vroeger een natuurlijk
estuarium was. De rivieren Maas, Rijn en Schelde mondden in dit estuarium uit in de zee en
de zee stroomde twee keer per dag diep het land in. Door die stromende rivieren en de
getijdenwerking was er een constante dynamiek in zoutgehaltes, nutriënten, organisch
materiaal en sedimenten. Door menselijk ingrijpen en vooral door het Deltaplan bestaat het
estuarium alleen nog maar uit twee gekanaliseerde rivieren: de Westerschelde en de Nieuwe
Waterweg. Schouwen-Duiveland ligt in de luwte, middenin dit kunstmatige systeem. Die
luwte is schijn als je kijkt naar de bedreigingen die klimatologisch op ons af komen: de
zeespiegel stijgt, de golfhoogte neemt toe en de afvoer van rivieren wordt steeds grilliger. Als
we allemaal in drijvende gebouwen, in gebouwen op palen of aan de randen van de Delta
woonden, was er geen enkel probleem. Dan zou je alles weer opengooien, waardoor het water
de ruimte kreeg en de sedimentatie zijn werk weer kon doen om het land op te hogen. Dan
zouden de natuurlijke zoet-zout overgangen weer hun explosieve biologische kracht
terugkrijgen. Tegenover die gedachte staan de belangen van de akkerbouwers en de
waterschappen die hun laag gelegen land niet willen prijs geven. Maar ook de belangen van
drinkwaterbedrijven en de oude bebouwde gebieden bij de oude steden en dorpen, die te laag
liggen ten opzichte van het huidige zeeniveau. Zoet staat dus voor rivierwater, irrigatie,
landbouw, drinkwater en laaggelegen bebouwing. Zoet, zout en alles daartussenin staat voor
ecologie, natuur, zilte productie, havens en recreatie. Vanuit die historisch gegroeide situatie
van voortdurend menselijk ingrijpen werkt men de laatste decennia aan maatregelen om de
rivieren meer ruimte te geven en tegelijkertijd de zee buiten te houden.
Schouwen-Duiveland is kampioen zoute kwel. Dit is goed te zien op de kaart hieronder
waarop de chloride waarden aan de onderkant van de holocene laag staan. De Bewaerschole
staat – balanceert – op deze kaart op de rand van het zoet en het zout.
infoBalancerenZ&Z3

(300 = 0,3 gram chloride per liter, 10000 = 10 gram enz.)
Schouwen-Duiveland ligt als een zilte parel in dit gecontroleerde estuarium, aan de kopzijde
beschermd tegen de zee door strand en duinen, aan de onderkant beschermd tegen de zee door
een afsluitbare zeearm en aan bovenkant beschermd tegen de zee door een afgesloten zeearm.
Die beschermingen zijn allen uniek en kwetsbaar. De kop is een prachtig gebied van oude en
jongere duinen, maar schuurt weg door getijen en golven. De afsluitbare zeearm is een zeer
schone, maar voedselarme zeearm waarin de platen en schorren afkalven door verstoorde
getijden. De afgesloten zeearm is een groot zoutwatermeer waarin de waterkwaliteit in de
diepere gedeelten slecht is door het ontbreken van getijden. Men zoekt binnen het
voortdurend menselijk ingrijpen naar een balans tussen veiligheid, ecologie en economie en
wil tegelijkertijd de nodige veerkracht en robuustheid behouden. Een van de ontwerpen die de
spagaat in extreme hoogwaterstanden van zee en rivieren aan moet kunnen, gaat uit van de
‘watermachine gedempt getij’, waarin het Grevelingenmeer onderdeel wordt van de berging
van overtollig rivierwater. De ‘watermachine’ bestaat uit een groot doorlaatmiddel in de
Grevelingendam en een grote pomp in de Brouwersdam (die ook als getijdencentrale gebruikt
kan worden). Het gevaar van dit systeem ligt in het verstoren van de balans tussen zoet en
zout als men plotseling enorme hoeveelheden zoetwater gaat bergen en afvoeren.

infoBalancerenZ&Z4
De zoutgehalten kunnen zeer sterk variëren in een natuurlijk estuarium: in de rivier is het
zoutgehalteminiem (<0,3 gram chloride per liter), in het meest dynamische deel tussen 5 gram
tot meer dan 17gram chloride per liter en in zee is het meer dan 17 gram chloride per liter.
Aan de oppervlakte van de Zeeuwse polder ligt het zoutgehalte meestal rond de 0,3 gram
chloride per liter. De term ‘landbouwkundig zoet’ komt uit Zeeland en daarmee wordt een
zoutgehalte bedoeld van 1 g Cl-/l, de grens tussen zoet en brak grondwater. De huidige
akkerbouwers koesteren het aanwezige zoete water en leggen soms zoetwaterbassins aan als
alternatief voor de ‘zoete wellen’, de ‘verse putten’ van vroeger, die door de watersnood en de
verkaveling daarna goeddeels verdwenen zijn. De akkerbouwers balanceren letterlijk op zoet
en zout en zijn in de eigenaardige positie dat ze meestal een vermogen aan grond bezitten,
maar slechts staat zijn een marginaal rendement te behalen .Al die verschillende zoutgehaltes
op het eiland en in de open wateren er omheen bepalen wat er groeit en bloeit. Elke plant- en
diersoort heeft een favoriet zoutgehalte en er zijn heel preciezen, minder preciezen en soorten
die variatie nodig hebben. Telers en kwekers spelen daarmee en zoekende juiste balans.
Zeeuwse akkerbouwers kennen de zouttolerante gewassen, maar willen voor hun rendement
niet meer dan 0,3 gram chloride per liter hebben en voor groenten is 0,2 gram al de grens. In
de recente experimenten van zilte teelten op het land komt het vinden van de juiste condities
het duidelijkst tot zijn recht. Het beïnvloedt de groei en de smaak van de schelpdieren en van
de zilte gewassen. Een verlies van evenwicht betekent het vastlopen van pompen met
mosselbroed, het exploderen van giftige algengroei of het verbranden van zilte gewassen.
De rand van de Zuidwestelijke Delta – het gebied rondom de blauwgroene oase van rust en
ruimte –wordt gevormd door een rode schil van grootschalige, kapitaalintensieve logistieke en
industriële activiteiten. In de containerhavens en petrochemische complexen wordt het grote
geld verdiend, nauw verbonden met de wereldeconomie.

infoBalancerenZ&Z5
In de blauwgroene oase komen mensen tot rust en wonen mensen die de rust en ruimte
gebruiken in hun werk. Dat zijn vooral de akkerbouwers, schelpdierkwekers en
natuurbeheerders die de openruimte exploiteren en verzorgen. Het zijn ook de andere
inwoners van het gebied die actief zijn in creatieve beroepen, de culinaire sector, culturele
sector, recreatiesector of in de verzorgende sector van een wooneconomie. Daarnaast werken
er de specialisten die het totale estuarium beheren en zorgen voor veiligheid, ecologie en de
juiste economische voorwaarden. Zij zijn bezig met zoet-zout waterbeheer, met herstel van
zoet-zout verbindingen en oude vaarverbindingen, met kustverdediging in de vorm van
zandmotoren, dubbele dijken en schelpdierbanken en met een duurzaam mobiliteitssysteem.
Zij werken over de hele wereld, want iedereen wil graag leven in een duurzaam estuarium. De
exploitanten en verzorgers van de open ruimte – de akkerbouwers, schelpdiervissers en
natuurbeheerders – zijn economisch gezien kwetsbaar en daarmee ook het open landschap. De
inwoners koesteren de rust & ruimte en de balans tussen zoet & zout, want ze genieten ervan
en weten dat ze ervan bestaan

]]>
http://bewaerschole-archief.nl/historische-en-technische-toelichting/feed/ 0
Introductietour 15 september 2013 http://bewaerschole-archief.nl/introductietour/ Thu, 06 Mar 2014 14:29:16 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=101 VERSLAG INTRODUCTIETOUR

Op zondagochtend 15 september  2013 verzamelen een kleine veertig mensen zich in het karakteristieke gebouw van de Bewaerschole in Burgh-Haamstede. De belangrijkste groep vormen de kunstenaars die zich de komende jaren willen buigen over het thema ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ en die hun bevindingen zullen presenteren in alle mogelijke kunstvormen, manifestaties en publicaties. Daarnaast zijn er een aantal deskundigen die ieder op hun terrein de kunstenaars zullen informeren over achtergronden van het thema,en een breed scala van activiteiten en ontwikkelingen zullen toelichten die op Schouwen-Duiveland gaande zijn of staan te gebeuren. De meeste deskundigen zijn werkzaam bij een van de instellingen waarmee de kunstenaars de komende jaren mogelijk zullen samenwerken. Aanwezig zijn ook vertegenwoordigers van enkele culturele organisaties in Zeeland waarmee de Bewaerschole als podium voor hedendaagse kunst verbonden is. En present is de voltallige werkgroep die verantwoordelijk is voor de programmering van de Bewaerschole voor de komende vijf jaar en die daarvoor genoemd thema als leidraad gekozen heeft. Dat behelst kort gezegd: Schouwen-Duiveland is ontworsteld aan de zee, maar drijft als eiland als een zoete oase op de zoute ondergrond. Verzilting ligt altijd op de loer. Het economische en sociale leven op het eiland hangt af van het kwetsbare evenwicht tussen zoet en zout (1). Zeven deskundigen geven een toelichting die hieronder kort zijn samengevat.

Bram Verkruysse, docent aan de Delta Academie van de Hogeschool Zeeland, bijt in de Bewaerschole het spits af met een lezing over het ontstaan van Schouwen-Duiveland.

In de laatste ijstijd lag het gebied waar Schouwen-Duiveland zou ontstaan, aan de rand van een enorme vlakte die zich uitstrekte tot het huidige Groot-Brittannië. De Noordzee was een steppegebied waar mammoeten en wolharige neushoorns leefden (botresten worden nog steeds opgevist). Rond 10.000 jaar geleden, het begin van het Holoceen, werd het warmer, smolt het landijs en steeg de zeespiegel. Zo’n 6.000 jaar geleden bereikte de zee het huidige kustgebied. De zeespiegel was gestegen van meer dan honderd tot ongeveer zes meter beneden het huidige niveau. Aan de kust ontstond een waddenlandschap waarin de eerste veengroei plaatsvond (2). Rond 4.000 jaar geleden was de zeespiegel gestegen tot zo’n twee meter beneden het tegenwoordige peil. Langs de kust ontstonden strandwallen waarop duinen tot ontwikkeling kwamen. Op die strandwallen vestigden zich de eerste vaste bewoners (3). Uiteindelijk vormden de strandwallen een vrijwel gesloten kustlijn. De vlakte daarachter werd zoeter door regenwater dat bleef staan en door de aanvoer van rivierwater van o.a. de Schelde. Door de groei van veenmos in dit zoetere milieu steeg de bodem, op sommige plaatsen zelfs tot enkele meters boven zeeniveau. Zo’n 500 jaar voor Christus was de zeespiegel gestegen tot ongeveer één meter onder het huidige peil. Er ontstonden doorbraken in de strandwallen en tegelijkertijd klonk het veen in. Gevolg: het gebied achter de duinen werd zouter, natter en lager. Het werd een getijdenlandschap,waar zand en klei werden afgezet. Achter het hoger gelegen duingebied ontstonden platen, slikken en schorren, waar mensen zich vestigden die er hun vee lieten grazen. Maar de zee hield vrij spel en ook door menselijk ingrijpen bleef het gebied uiterst kwetsbaar. In de Romeinse tijd werd er al zout gewonnen in het veengebied en vanaf het begin van de Middeleeuwen werden de hoger gelegen veengronden op grote schaal afgegraven voor de winning van zout en brandstof (turf). Overstromingen en verzilting waren het gevolg. Om het verlies van land te beperken werden de eerste dijken opgeworpen en rond 1500 werd de zoutwinning verboden. Door toenemende dijkaanleg vormden zich geleidelijk aan de contouren van een aantal eilanden die tenslotte samen Schouwen-Duiveland gaan vormen. De ontstaansgeschiedenis van het eiland overziend concludeert Verkruysse dat we de verzoeting van het gebied moeten aanmerken als de kern van het hele proces.

Het gezelschap verkast naar de rand van de Oosterschelde, aan de voet van de dijk bij Westbout, westelijk van Burghsluis. Naar het westen heeft het zicht op de Stormvloedkering, naar het oosten op de dijk die enkele jaren geleden is versterkt en voorzien van betonnen beschoeiing en buitendijks fietspad. Simon Brasser, adviseur waterveiligheid van Rijkswater Zeeland, vertelt over zeeweringen, nu en in de toekomst.

Hij begint met de actualiteit: de ophef die is ontstaan over de ontgrondingskuilen bij de Stormvloedkering. Al voor de bouw van de kering was bekend dat er voor en achter de kering diepe gaten konden ontstaan door de veranderde sterke stroming. Na de bouw is structureel bestorting met steen en zand uitgevoerd. De monitoring van het probleem heeft de laatste jaren mogelijk te wensen over gelaten. Maar de veiligheid van het achterland is volgens Brasser nooit in het geding geweest.

De Stormvloedkering is een uitzondering in het verder gesloten zeefront dat met de Deltawerken is gerealiseerd. De noordkust van Schouwen-Duiveland wordt tegen de zee beschermd door de Brouwersdam. De dijken aan het Grevelingenmeer zijn na de ramp van 1953 hersteld, maar niet wezenlijk verhoogd en verzwaard. Anders is dat aan de zuidkant van het eiland. Door de open Stormvloedkering is de kustlijn daar kwetsbaar gebleven en zijn er zware zeeweringen aangelegd. Intussen stijgt de zeespiegel en klinkt de bodem van het eiland verder in. Bescherming van de ingepolderde leefruimte blijft dus nodig, waarbij nieuwe inzichten en technieken worden ontwikkeld.

Als denkmodel hanteert Rijkswaterstaat de ‘lagenbenadering’, die inzichtelijk maakt hoe de fysieke ruimte waarin we leven is opgebouwd en hoe snel veranderingen daarin kunnen plaatsvinden. Eerste laag is de ‘ondergrond’: bodemgesteldheid, waterbeheersing en natuur. Veranderingen, bijvoorbeeld de bouw van zeeweringen en de doorvoer of berging van rivierwater, nemen 50 tot 500 jaar en moeten op lange termijn de veiligheid waarborgen. De laag daarboven zijn de ‘netwerken’, de infrastructuur, de basisverbindingen voor wonen en werken. Wezenlijke veranderingen kosten 25 tot 100 jaar. De bovenste laag is de ‘occupatie’, het gebruik van de ruimte voor wonen, werken, landbouw en recreatie. Veranderingen gaan snel, in 10 tot 25 jaar. Om Schouwen-Duiveland overstromingsbestendig te maken en te houden, dient men bij de gebiedsinrichting rekening te houden met al deze lagen. Multifunctionele waterkeringen in de onderste laag, hooggelegen robuuste verbindingen in de middelste laag en waterproof bouwen wat de bovenste laag betreft. Maar minstens van even groot belang is het bevorderen van het bewustzijn en de veerkracht van de bewoners. Daar is volgens Brasser een mooie taak weggelegd voor de aanwezige kunstenaars.

Leven op Schouwen-Duiveland is ‘leven met water’. Vroeger handelde men daarbij vooral uit onmacht, tegenwoordig vanuit het inzicht in waterbeheer en waterbeheersing, in de toekomst zal dat steeds meer gebeuren vanuit het inzicht in natuurlijke processen en het slim gebruik ervan. De dijk waarop het gezelschap staat, zou in de toekomst verder versterkt kunnen worden door er bijvoorbeeld een terrassendijk van te maken, met rijen palen aan de voet van de dijk die dienen als golfbreker en tegelijk als plaats voor het kweken hangcultuurmosselen.

Gert Jan Buth, medewerker van Stichting Het Zeeuwse Landschap, neemt het stokje over. Aan de binnenzijde van de dijk bij Westbout doet hij uit de doeken hoe het staat met de plannen voor het Kustlaboratorium dat op deze plek zal worden aangelegd.

Hij begint zijn verhaal met de meest wezenlijke vraag die over de toekomst van Schouwen-Duiveland te stellen valt. Loopt het polderlandschap niet op z’n eind? Wat kost het niet om dat in stand te houden. Misschien moeten we de delta ontruimen en met z’n allen verkassen naar het Franse platteland. Ruimte genoeg! Maar voorlopig is het slechten van de dijken niet aan de orde en blijft Het Zeeuwse Landschap zich bekommeren om de poldernatuur op het eiland.

Een aantal jaren gelden vatte de stichting het idee op om een eigen, zoute polder in te richten voor de kweek van vis en schelpdieren en de teelt van zilte groenten: het Kustlaboratorium. Het project zou onder meer antwoord moeten geven op de vraag of het economisch haalbaar is om op een duurzame manier in onze voedselbehoefte te voorzien. Aquacultuur op grote schaal zou het antwoord kunnen zijn, maar die mag niet ontaarden in een nieuwe vorm van bio-industrie.

Zeeland heeft steeds voorop gelopen met de binnendijkse aquacultuur. Al in de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd begonnen met het kweken van zagers (zeewormen), eerst als aas voor de sportvisserij, later als visvoer voor de aquacultuur (4). De kweekvijvers kwamen logischerwijs langs de zeedijk te liggen: grote bakken, al of niet van beton, met plastic folie bekleed. Voor Het Zeeuwse Landschap is het van belang om te onderzoeken hoe aquacultuur landschappelijk is in te passen.

De plannen voor het lab werden op papier gezet en als ‘droom’ aangemeld bij de Nationale Postcode Loterij. Het Zeeuwse Landschap kreeg zes miljoen euro uit het Droomfonds van de loterij. Met dat geld werd 50 hectare grond gekocht bij Burghsluis. De droom kon worden verwezenlijkt. De plannen liggen klaar, op dit moment wordt gewerkt aan de nodige vergunningen.

Intussen hebben zich ook de eerste problemen aangediend. Volgens plan moet via een buisleiding zout water uit de Oosterschelde in de kweekbassins van het Kustlaboratorium worden gepompt. Gezuiverd afvalwater gaat terug de Oosterschelde in. Maar juist op de gekozen locatie liggen buitendijks de vruchtbaarste mosselpercelen van de hele Oosterschelde. De mosselkwekers zijn bang dat zich in de kweekbassins giftige algen ontwikkelen die met het afvalwater terecht komen op hun percelen. Onderzocht is of het mogelijk is om de buisleidingen van het Kustlaboratorium te verleggen naar zee, maar dat blijkt erg kostbaar. In z’n algemeenheid roept het de vraag op of aquacultuur op grote schaal niet zeewaarts gepland moet worden.

Een half uurtje later staat het gezelschap midden in Plan Tureluur, het zilte natuurgebied aan de zuidkust van Schouwen. Bij het baken ter hoogte van Moriaanshoofd vertelt John Beijersbergen, ecoloog bij de Provincie Zeeland, hoe deze nieuwe natuur is ontstaan.

Door de aanleg van de Deltawerken is veel zout getijdengebied in Zeeland verloren gegaan. Kustvogels die de buitendijkse schorren gebruikten om te foerageren, kregen veel minder ruimte. Plan Tureluur werd bedacht om het het verlies van schorrengebied te compenseren. De zuidkust van Schouwen bleek daarvoor de aangewezen plek. Door zoute kwel was het gebied slecht bruikbaar voor de landbouw en werd het vooral gebruikt om vee te laten grazen. Het idee was om de zoute kwel juist te benutten voor een natuurlijk landschap. De bovenlaag werd op veel plaatsen afgegraven, zodat het water op of net onder het maaiveld kwam. Oude kreken werden open gegraven, in de bestaande inlagen werden oude karrenvelden hersteld. Zo werden eeuwenoude landschappen teruggebracht in Plan Tureluur. De enorme hoeveelheden weggegraven grond werden elders gebruikt, voor de aanleg van lage binnendijken in gebied zelf en het ophogen van landbouwgrond daarbuiten. Het aaneengesloten zoute moerasgebied wordt uiteindelijk ongeveer 1000 hectare groot. Het is intussen een belangrijk leefgebied voor vele soorten vogels.

Naast een ecologische en recreatieve functie speelt Tureluur ook een belangrijke rol in het waterbeheer op Schouwen-Duiveland. Bij zware regenval wordt het water in het gebied vastgehouden, zodat het overtollige water buiten Tureluur eerst kan worden afgevoerd.

In het Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg in Dreischor vertelt Nils van Rooijen, PhD student in Leuven en Nijmegen, over het project ‘Venster op de Wereld’.

In het kader van dat project wordt één vierkante kilometer Nederland minutieus onderzocht. Toevallig is daarvoor het gebied aan de zuidkant van Dreischor gekozen. Centraal in het onderzoek staat de vraag: Wat is het verhaal van deze vierkante kilometer, enerzijds vanuit het gezichtspunt van de bewoners, anderzijds gezien door een team van wetenschappers uit diverse disciplines? Ankerpunten zijn een twaalftal plekken binnen de vierkante kilometer, zoals de oude kreek die door het gebied loopt, de akkers met spruiten, de historische molen, de houtzagerij, de wijnhoeve, de kleine begraafplaats met slachtoffers van de watersnoodramp, en het streek- en landbouwmuseum. Wat is het verhaal van de boer, de molenaar, de houtzager, de wijnboer, de nabestaanden, de vrijwilliger in het museum? Van hun kant kijken onder meer de bioloog naar de flora en fauna, de bodemkundige naar de samenstelling van de ondergrond, de hydroloog naar de waterhuishouding, de historicus naar de geschiedenis van de plek en zijn bewoners.

Onderzocht worden ook de relaties tussen deze ene vierkante kilometer en de wereld daarbuiten. Als voorbeeld noemt Van Rooijen de wijnhoeve. Een van de wijnen die daar wordt geproduceerd, wordt door de KLM geschonken in de businessclass. Zo reist het product van deze plek de hele wereld over. Dit soort samenhangen wordt vastgelegd middels analyses en kaarten.

Het uiteindelijke doel van het project ‘Venster op de wereld’ is laten zien hoe mensen op totaal verschillende manieren kijken naar hetzelfde stukje Nederland. Die verschillende kijkrichtingen belichten de uiteenlopende kanten van dezelfde werkelijkheid, die in de tijd verankerd is in een lang verleden en in de ruimte in een wereld die zich uitstrekt tot ver buiten deze ene vierkante kilometer. Misschien kan het project duidelijk maken dat elke stukje wereld ertoe doet.

Voor het project is gekozen voor een multimediale aanpak. De verhalen van deze plek en de resultaten van alle onderzoeken worden verwerkt in een boek, een documentaire, een serie radioportretten en artikelen in landelijke en regionale kranten. Bovendien wordt een website ontwikkeld en zal via de sociale media over de voortgang het project worden gecommuniceerd. Hier liggen ook de kansen voor kunstenaars om bij het project aan te sluiten met hun eigen onderzoeken en presentaties.

Regen en wind trotserend neemt Aad Smaal het gezelschap mee naar Noordbout, tussen Ouwerkerk en Zierikzee. Smaal is hoofd schelpdieronderzoek van Imares, het onderzoeksinstituut van de  Wageningen UR, met een dependance in Yerseke. Hij doet tevens onderzoek naar ecologische  kustverdediging.

Op een paar plekken in de Oosterschelde zijn de afgelopen jaren oesterriffen aangelegd, ijzeren korven van een paar honderd meter lang, gevuld met oesterschelpen. Het ene rif ligt op de Slikken van Vianen, het andere hier voor de dijk bij Noordbout. Onderzocht wordt of dit kunstmatige rif een rol kan spelen als golfbreker en tegelijk als barrière waarachter sedimentdeeltjes neerslaan. Het idee voor het oesterrif is voortgekomen uit de zorg om het verschijnsel ‘zandhonger’ in de Oosterschelde. Met de aanleg van de stormvloedkering verminderde de aanvoer van zand uit de zee. Door de stroming kalven de zandplaten in de Oosterschelde af en verdwijnt het zand in de geulen.  Door deze vervlakking van de bodem is er een verlies van voedselgebied voor veel trekvogels. De aanleg van oesterriffen aan de randen van de platen zou de zandhonger kunnen tegengaan.

Maar er is meer. Onderzocht wordt of oesterriffen een veel grotere rol kunnen spelen in de kustverdediging, door de golfslag te remmen en zand en slib vast te houden. Bovendien wordt een rif van oesterschelpen op den duur een levend rif. Aan de dode schelpen hechten zich nieuwe oesters, waardoor het rif in staat is om mee te groeien met de stijgende zeespiegel. Zo kan de natuur meebouwen aan de kustverdediging: ‘building with nature’. Op termijn kan zo’n rif zelfs een belangrijk leefgebied worden voor vissen, krabben en andere zeedieren. Goed voor de biodiversiteit en in de toekomst mogelijk voor de visserij.

Vanuit het buitenland is er grote belangstelling voor de proeven met het oesterrif. In het uiterst kwetsbare kustgebied van Bangladesh is een soortgelijke proef gedaan, o.m. door Imares. De eerste resultaten zijn positief. In plaats van dure dijken aan te leggen kan de natuur zelf worden aangewend om het achterland tegen de zee te beschermen.

Aan het eind van de middag strijkt het gezelschap neer op landbouwbedrijf De Noordhoek in Zonnemaire. Titus van der Torren vertelt over zijn ervaringen als akkerbouwer op Schouwen-Duiveland en het ‘leven van de verseput’.

Van der Torren boerde voorheen op het bedrijf van zijn ouders in Waddinxveen, maar dat moest wijken voor de verplaatsing van glastuinbouw uit het Westland, de uitbreiding van infrastructuur (A12) en natuurontwikkeling. Hij ging in binnen- en buitenland op zoek naar een goede plek om opnieuw te beginnen. Tenslotte vond hij een aaneengesloten stuk grond van 250 hectare ten noorden van Zonnemaire aan de rand van de Grevelingen en bouwde er een compleet nieuwe boerderij. Intussen bleken de plannen in Waddinxveen slechts gedeeltelijk door te gaan, en nu boert Van der Torren ook daar nog.

In Zonnemaire verbouwt hij een reeks van gewassen. De gebruikelijke aardappelen, suikerbieten en uien, maar ook sjalotten, karwijzaad, maanzaad, mosterdzaad, erwten en kapucijners, sommige alleen of ook als zaaigoed. De redenen om zoveel verschillende gewassen te verbouwen zijn divers. Inkomen en risicospreiding zijn natuurlijk belangrijk. Maar ook onderzoeks- en ondernemingsdrift: Wat doet het goed op deze plek onder deze condities? Voor welk nieuw product is een afzetmarkt te creëren? Bovendien is een verscheidenheid aan gewassen beter voor de biodiversiteit die door toegenomen monocultuur in de landbouw wordt bedreigd.

De condities waaronder op De Noordhoek wordt gewerkt, zijn typisch voor Schouwen-Duiveland. Men moet ‘leven van de verseput’, d.w.z. men moet het doen met het weinige zoete (‘verse’) water dat beschikbaar is in het bovenste laagje van de bodem. Verbruikt men teveel zoet water of is het lange tijd te droog, dan dreigt onmiddellijk zoute kwel. Maar niet alleen met het zoete water moet en wil het bedrijf zo efficiënt mogelijk omspringen. Ook met de ruimte, met energie, met bemesting, met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dus werkt men met precisielandbouw: zaaien, bemesten, ziektebestrijding gebeuren met GPS (er staat een satellietverbinding op het erf); men verbouwt soms een combinatie van gewassen op hetzelfde perceel (minder ruimte nodig en minder insecticiden); op de schuren liggen zonnepanelen. Duurzaamheid is ook in de akkerbouw een leidend principe geworden.

Terwijl een bevriende kok voor het hele gezelschap een Zeeuwse mosselmaaltijd bereidt, vertelt Marianne Ketting, bestuurslid van Natuurlijk Schouwen-Duiveland, over de Zilte Academie Zeeland.

De bestaande koksopleidingen zijn in haar ogen beperkt. Ze zijn te weinig gericht op dagverse, regionale producten. Zelfs de opleidingen in Zeeland doen te weinig met de vele zilte zaligeden die voorhanden zijn. Niet alleen de kennis van regionale producten is beperkt, de producten zelf zijn ook in de regio niet eenvoudig te krijgen. De Zilte Academie wil daar met name op Schouwen-Duiveland verandering in brengen door er een culinair expertise- en opleidingscentrum op te zetten.Uitgangspunt is de natuurlijk smaak van Zeeland. Het wil geïnteresseerden (van professionele koks tot nieuwsgierige toeristen) de kans bieden zich op verschillende niveaus te specialiseren in het bereiden van de zilte zaligheden van Schouwen-Duiveland: vis, schaal- en schelpdieren, zilte groenten en zeewier. Ook andere producten van het eiland komen aan bod: (biologische) groenten en kruiden, vee van de schoren en wild. Zo hoopt de Zilte Academie eeuwenoude kennis op het gebied van voedsel en voedselkwaliteit te behouden, de producten van Zeeuwse bodem te promoten en de kwaliteit van de zilte keuken verder te ontwikkelen. (Een impressie van de Introductiedag 15 september 2013 is beschikbaar op dvd.)

(1)  Een   ‘historische en technische toelichting’ op het thema is te lezen op de website van de Bewaerschole. In de oproep aan kunstenaars om zich aan te melden voor deelname aan het project ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ heeft de werkgroep ter verduidelijking een aantal ontwikkelingen op Schouwen-Duiveland aangestipt. Ook deze zijn op de website gepubliceerd.

(2)  Elementen van dit oude waddengebied vinden we volgens Verkruysse nog terug in het Prunjegebied. Dat is het westelijk deel van Plan Tureluur, het binnendijkse natuurgebied aan de zuidkust van Schouwen, waarover John Beijersbergen later op die dag meer vertelt.

(3)  In 1957 werden vlakbij Burgh-Haamstede de resten opgegraven van een nederzetting uit deze periode. Op de plaats, Brabers genaamd, vond men twee zgn. huisplattegronden, aardewerk en vuurstenen. Op deze plek bevindt zich nu akkerbouwbedrijf Oud Brabers.

(4)  De pionier op dit gebied was het bedrijf Topsy Baits in Wilhelminadorp.

Lijst van aanwezigen op de introductiedag (naast genoemde sprekers/deskundigen).

Kunstenaars: Aletta de Jong, Gerco de Ruijter, Leontine Lieffering, Jeroen van Westen & Anne  Ausloos, Sjim Hendrix, Marjolein Boterenbrood, Ronald Boer & Valerie Dempsey, Bruno Doedens & Veronique Vetjens (SLeM), Elles Kiers (Peergroup), Esther Kokmeijer, Tineke Schuurmans,

Genodigden: André Kwakernaak, Centrum voor Beeldende Kunst Zeeland; Jacqueline Heerema, Satellietgroep en organisator Badgast 2010; en Ria Geluk, directeur Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg.

Videoregistratie: Camera Jaap Verseput  & Montage Marinus van Dijke.

Tekst van het verslag: Kees van de Ven.

]]>
Mogelijke invalshoeken voor het project http://bewaerschole-archief.nl/mogelijkeinvalshoeken/ Thu, 20 Feb 2014 14:31:19 +0000 http://bewaerschole-archief.nl/?p=104 De Bewaerschole heeft voor haar activiteiten het thema ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ gekozen. Dit thema sluit aan bij de sociaal-economische en culturele ontwikkeling van het eiland Schouwen-Duiveland en bij de huidige belevingswaarde van het landschap en in het bijzonder bij de problematiek van de estuaria. Gedurende de projectperiode, 2013-2018, willen we een beeld krijgen hoe de mensen en de natuur op het eiland Schouwen-Duiveland balanceren tussen zoet en zout. Een beeld gebaseerd op de huidige situatie en/of met de blik op het verleden of de toekomst en in relatie met ontwikkelingen op andere plekken op de wereld waar deze problematiek ook speelt . We hebben gekozen voor een vijf jaar durend project om de kunstenaars de kans te geven gedegen onderzoek te doen. Dat biedt ook aan instellingen en nieuwe kunstenaars de mogelijkheid om gedurende de vijf jaren mee te denken en ook een bijdrage te leveren.

1. MOGELIJKE INVALSHOEKEN VOOR HET PROJECT
Kunstenaars zijn uiteraard vrij in hun interpretatie van het thema ‘Balanceren tussen Zoet en
Zout’, maar zij kunnen ook aansluiten bij een van de volgende invalshoeken en
samenwerkingsmogelijkheden.
boeren in een zout milieu
Schouwen-Duiveland is van oudsher een akkerbouweiland met de traditionele teelt van
aardappelen, uien en suikerbieten. Voor de groei van hun gewassen zijn de boeren afhankelijk
van een zeer beperkte voorraad zoet water. Die bevindt zich vlak onder het maaiveld, in zgn.
‘regenwaterlenzen’. Daarbuiten is het water brak of zout. Verzilting van de grond is een
permanente dreiging. In droge zomers ontbreekt zoet water voor beregening en ontstaat snel
droogte- en zoutschade. Een rendabele akkerbouw is aangewezen op grootschaligheid en
uitgekiende technieken: precisielandbouw op bedrijven van honderden hectaren. Wat zijn de
gevolgen, voor de boeren zelf, voor de aard van de bedrijfsvoering, voor de samenstelling van
de bevolking, voor de biodiversiteit? Hoe ziet de toekomst van de landbouw op het eiland
eruit?
zilte teelt
Bij Burghsluis wordt de komende jaren een Kustlaboratorium aangelegd, een zoute polder van
vijftig hectare met bassins voor het kweken van vis en schelpdieren, en akkers voor de teelt
van zilte groenten. Via een buisleiding wordt zout water uit de Oosterschelde ingelaten en
gezuiverd afvalwater afgevoerd. Met het Kustlab wil de Stichting Het Zeeuwse Landschap
aantonen dat duurzame aquacultuur in een ecologisch waardevol landschap economisch
rendabel kan zijn.
1 vierkante km.
Wat is het verhaal van een willekeurig gekozen stukje platteland, gezien door enerzijds de
ogen van de bewoners en anderzijds door die van onderzoekers, vanuit een scala aan
disciplines? Het verhaal van het platteland waar mensen wonen en werken, waar ze al
eeuwenlang proberen het beste ervan te maken, het land ook waaraan ze verknocht zijn, met
de planten en dieren die daar leven, hun eigen natuur en landschap. Eén vierkante kilometer
Schouwen-Duiveland, de polder ten zuiden van Dreischor, als venster op de wereld.
zoete wensen, zoute dromen
Eeuwenlang werd het dunbevolkte en geïsoleerde Schouwen-Duiveland vooral bewoond door
boeren en vissers. De één volledig afhankelijk van het weinige zoete water, de ander zijn
leven wagend op de zoute zee. Biddend voor een flinke regenbui met de rug naar de zee, of
dromend van een wonderbaarlijke visvangst. Hoezeer heeft dat de denkwereld en de
gewoontes van de eilandbewoners bepaald? Bestaat er een zoete en een zoute mentaliteit? En
hoezeer is de balans tussen die twee veranderd door de vloedgolf van nieuwkomers: tijdelijke
of vaste bewoners zonder hechte band met het land of de zee.
doorstarten of landen
Schouwen-Duiveland is een vogelparadijs. Honderden soorten gebruiken het eiland als
broedplaats of voor een tijdelijk verblijf. Die zeldzame verscheidenheid komt door de
geïsoleerde ligging en de combinatie van landschapstypen: duin en bos in het westen, zilte
moerassen langs de hele zuidkust, schoren en zandplaten buitendijks en een uitgestrekt
landbouwareaal met dijken, kreken en watergangen. De ramp van 1953 en de herverkaveling
daarna betekenden een enorme breuk. Maar sindsdien is op grote schaal gewerkt aan herstel
van oude natuurwaarden en de aanleg van nieuwe, vooral zilte natuur.
de scheiding tussen zoet en zout
De geschiedenis van Schouwen-Duiveland is de geschiedenis van de permanente strijd om
zoet en zout te scheiden. Het begon in de Middeleeuwen met de aanleg van de eerste dijkjes
en het beleefde een voorlopig hoogtepunt met de uitvoering van de Deltawerken. Maar de
zeespiegelstijging in combinatie met bodemdaling maken nieuwe maatregelen nodig. In plaats
van alsmaar de dijken te verhogen, zijn nieuwe concepten voor de kustverdediging
ontwikkeld. Daarbij wordt de natuur niet langer als vijand gezien, maar juist als medestander:
‘building with nature’. Op en rond het eiland worden verschillende vormen beproefd. De
‘zandmotor’: op strategische plekken worden enorme hoeveelheden zand opgespoten, stroming
en wind zorgen voor verdeling van het zand langs de kust. ‘Shellfish reefs’: voor de bestaande
dijken wordt een schelpenbank aangelegd die uitgroeit tot een kunstmatig rif dat de golven
breekt. ‘Schorrenmatten’: door de aanplant van zoutminnende planten op schorren in de
Oosterschelde wordt bodemerosie afgeremd en aanslibbing bevorderd.
vol energie
Schouwen-Duiveland wil in 2040 zelfvoorzienend zijn in duurzame energie. Daarvoor is een
enorme omslag nodig in energieproductie en -gebruik.
De komende jaren wordt onderzoek gedaan naar zgn. ‘duurzame energielandschappen’ op het
eiland. Dat zijn integrale systemen van niet-fossiele energiewinning (wind, zon, getijden,
biomassa) en optimale efficiëntie in energiegebruik door middel van geavanceerde ruimtelijke
planning en verbeterd landgebruik. Cruciale functies van het landschap – het ‘natuurlijk
kapitaal’ van het eiland – blijven behouden. In het onderzoek worden deze functies
‘ecosysteemdiensten’ genoemd: de grondgebonden voedselproductie (inclusief zilte teelt en
andere streekgebonden producten), de productie en regulering van zoet water in de bodem,
recreatie en toerisme, zorg en welness. Deze zijn allemaal afhankelijk van de balans tussen
zoet en zout water op het eiland.
De transitie naar een duurzaam Schouwen-Duiveland vereist gezamenlijkheid en participatie.
De onderzoekers constateren dat het eiland een maatschappelijk sterk georganiseerde
bevolking kent die betrokken is bij haar omgeving.
Door de combinatie van genoemde economische activiteiten, de ligging in de luwte van
verstedelijkte regio’s, de diversiteit aan landschappen en de betrokkenheid van de bevolking,
kan het eiland als voorbeeldregio dienen voor de duurzame ontwikkeling van andere
waterrijke gebieden in en buiten Nederland.

]]>