Historische en technische toelichting op de rol van zoet en zout op Schouwen-Duiveland

8 maart 2014 - lezingen, onderzoeken, proeven, samenwerken, uitgangspunt, zoet en zout

In dit overzicht gaan we van macro naar micro en weer terug.
Jaarlijks verdampt er op aarde ongeveer 480.000 km³ water. Dat is een laag van ongeveer 94
cm over de gehele aarde. En er valt natuurlijk evenveel neerslag. Wel zijn er verschillen
tussen neerslag en verdamping wanneer je alleen het land of alleen de zee bekijkt. Op het land
valt er jaarlijks ca. 110.000 km³ neerslag, waarvan ca. 75.000 km³ verdampt en 35.000 km³
naar zee stroomt via rivieren. Daarvan komt bijna 20 % voor rekening van één enkele rivier,
de Amazone. Op zee valt ca. 370.000 km³ neerslag per jaar, terwijl er ca. 405.000 km³
verdampt. De zee is zout door de zoute zeebodem, maar het verdampte water van de zee is
zoet.

infoBalancerenZ&Z
Bron: Wikipedia
Schouwen-Duiveland doet uiteraard mee in de mondiale kringloop, maar heeft ook eigen
kringlopen van water. Die kringlopen zijn complex en kwetsbaar. Complex door de geologie
en het gecreëerde landschap, kwetsbaar door de seizoenen en door voortdurend menselijk
ingrijpen. Het is letterlijk ‘balanceren tussen zoet en zout’. Dit balanceren zie je terug in de
plaatjes hieronder: het eiland drijft op een zoute laag, die tijdens het holoceen is ontstaan, en
in de bovenste laag zie je de uitwisseling tussen zoet en zout. Vooral in droge zomers, als de
recreant geniet van het strand en de zee, rukt het zout uit de bodem op. Eenmaal verzilt land
wordt in de praktijk niet meer zoet, maar zal eerder verder verzilten. In gebieden waar teveel
zoet water onttrokken wordt en zout water boven komt ontstaat een ramp in de agrarische
economie.

infoBalancerenZ&Z2
Bron: memo Deltares van 30-09-2009
De zoutwinning in de Middeleeuwen heeft een stad als Zierikzee rijkdom gebracht, maar
vormde een gevaar voor de landbouw en de zee. Door de ‘moernering’, het afgraven van met
zeewater doordrenkte oude veenlagen, werd de bodemdaling versneld en ontstonden
gevaarlijke situaties. De middeleeuwse stad Reimerswaal is daardoor in de zee verdwenen.
Vooral de polders zijn kwetsbaar voor verzilting. Ze zijn ontstaan door de bedijking van het
doorsedimentatie op geslibde land en daarna is door de voortdurende bemaling en drainage de
bodem gedaald. Door de bedijking was nieuwe sedimentatie onmogelijk en door stijging van
de zeespiegel neemt de druk van het zoute water toe en rukt de zoute kwel steeds verder op.
Schouwen-Duiveland ligt middenin de Zuidwestelijke Delta, die vroeger een natuurlijk
estuarium was. De rivieren Maas, Rijn en Schelde mondden in dit estuarium uit in de zee en
de zee stroomde twee keer per dag diep het land in. Door die stromende rivieren en de
getijdenwerking was er een constante dynamiek in zoutgehaltes, nutriënten, organisch
materiaal en sedimenten. Door menselijk ingrijpen en vooral door het Deltaplan bestaat het
estuarium alleen nog maar uit twee gekanaliseerde rivieren: de Westerschelde en de Nieuwe
Waterweg. Schouwen-Duiveland ligt in de luwte, middenin dit kunstmatige systeem. Die
luwte is schijn als je kijkt naar de bedreigingen die klimatologisch op ons af komen: de
zeespiegel stijgt, de golfhoogte neemt toe en de afvoer van rivieren wordt steeds grilliger. Als
we allemaal in drijvende gebouwen, in gebouwen op palen of aan de randen van de Delta
woonden, was er geen enkel probleem. Dan zou je alles weer opengooien, waardoor het water
de ruimte kreeg en de sedimentatie zijn werk weer kon doen om het land op te hogen. Dan
zouden de natuurlijke zoet-zout overgangen weer hun explosieve biologische kracht
terugkrijgen. Tegenover die gedachte staan de belangen van de akkerbouwers en de
waterschappen die hun laag gelegen land niet willen prijs geven. Maar ook de belangen van
drinkwaterbedrijven en de oude bebouwde gebieden bij de oude steden en dorpen, die te laag
liggen ten opzichte van het huidige zeeniveau. Zoet staat dus voor rivierwater, irrigatie,
landbouw, drinkwater en laaggelegen bebouwing. Zoet, zout en alles daartussenin staat voor
ecologie, natuur, zilte productie, havens en recreatie. Vanuit die historisch gegroeide situatie
van voortdurend menselijk ingrijpen werkt men de laatste decennia aan maatregelen om de
rivieren meer ruimte te geven en tegelijkertijd de zee buiten te houden.
Schouwen-Duiveland is kampioen zoute kwel. Dit is goed te zien op de kaart hieronder
waarop de chloride waarden aan de onderkant van de holocene laag staan. De Bewaerschole
staat – balanceert – op deze kaart op de rand van het zoet en het zout.
infoBalancerenZ&Z3

(300 = 0,3 gram chloride per liter, 10000 = 10 gram enz.)
Schouwen-Duiveland ligt als een zilte parel in dit gecontroleerde estuarium, aan de kopzijde
beschermd tegen de zee door strand en duinen, aan de onderkant beschermd tegen de zee door
een afsluitbare zeearm en aan bovenkant beschermd tegen de zee door een afgesloten zeearm.
Die beschermingen zijn allen uniek en kwetsbaar. De kop is een prachtig gebied van oude en
jongere duinen, maar schuurt weg door getijen en golven. De afsluitbare zeearm is een zeer
schone, maar voedselarme zeearm waarin de platen en schorren afkalven door verstoorde
getijden. De afgesloten zeearm is een groot zoutwatermeer waarin de waterkwaliteit in de
diepere gedeelten slecht is door het ontbreken van getijden. Men zoekt binnen het
voortdurend menselijk ingrijpen naar een balans tussen veiligheid, ecologie en economie en
wil tegelijkertijd de nodige veerkracht en robuustheid behouden. Een van de ontwerpen die de
spagaat in extreme hoogwaterstanden van zee en rivieren aan moet kunnen, gaat uit van de
‘watermachine gedempt getij’, waarin het Grevelingenmeer onderdeel wordt van de berging
van overtollig rivierwater. De ‘watermachine’ bestaat uit een groot doorlaatmiddel in de
Grevelingendam en een grote pomp in de Brouwersdam (die ook als getijdencentrale gebruikt
kan worden). Het gevaar van dit systeem ligt in het verstoren van de balans tussen zoet en
zout als men plotseling enorme hoeveelheden zoetwater gaat bergen en afvoeren.

infoBalancerenZ&Z4
De zoutgehalten kunnen zeer sterk variëren in een natuurlijk estuarium: in de rivier is het
zoutgehalteminiem (<0,3 gram chloride per liter), in het meest dynamische deel tussen 5 gram
tot meer dan 17gram chloride per liter en in zee is het meer dan 17 gram chloride per liter.
Aan de oppervlakte van de Zeeuwse polder ligt het zoutgehalte meestal rond de 0,3 gram
chloride per liter. De term ‘landbouwkundig zoet’ komt uit Zeeland en daarmee wordt een
zoutgehalte bedoeld van 1 g Cl-/l, de grens tussen zoet en brak grondwater. De huidige
akkerbouwers koesteren het aanwezige zoete water en leggen soms zoetwaterbassins aan als
alternatief voor de ‘zoete wellen’, de ‘verse putten’ van vroeger, die door de watersnood en de
verkaveling daarna goeddeels verdwenen zijn. De akkerbouwers balanceren letterlijk op zoet
en zout en zijn in de eigenaardige positie dat ze meestal een vermogen aan grond bezitten,
maar slechts staat zijn een marginaal rendement te behalen .Al die verschillende zoutgehaltes
op het eiland en in de open wateren er omheen bepalen wat er groeit en bloeit. Elke plant- en
diersoort heeft een favoriet zoutgehalte en er zijn heel preciezen, minder preciezen en soorten
die variatie nodig hebben. Telers en kwekers spelen daarmee en zoekende juiste balans.
Zeeuwse akkerbouwers kennen de zouttolerante gewassen, maar willen voor hun rendement
niet meer dan 0,3 gram chloride per liter hebben en voor groenten is 0,2 gram al de grens. In
de recente experimenten van zilte teelten op het land komt het vinden van de juiste condities
het duidelijkst tot zijn recht. Het beïnvloedt de groei en de smaak van de schelpdieren en van
de zilte gewassen. Een verlies van evenwicht betekent het vastlopen van pompen met
mosselbroed, het exploderen van giftige algengroei of het verbranden van zilte gewassen.
De rand van de Zuidwestelijke Delta – het gebied rondom de blauwgroene oase van rust en
ruimte –wordt gevormd door een rode schil van grootschalige, kapitaalintensieve logistieke en
industriële activiteiten. In de containerhavens en petrochemische complexen wordt het grote
geld verdiend, nauw verbonden met de wereldeconomie.

infoBalancerenZ&Z5
In de blauwgroene oase komen mensen tot rust en wonen mensen die de rust en ruimte
gebruiken in hun werk. Dat zijn vooral de akkerbouwers, schelpdierkwekers en
natuurbeheerders die de openruimte exploiteren en verzorgen. Het zijn ook de andere
inwoners van het gebied die actief zijn in creatieve beroepen, de culinaire sector, culturele
sector, recreatiesector of in de verzorgende sector van een wooneconomie. Daarnaast werken
er de specialisten die het totale estuarium beheren en zorgen voor veiligheid, ecologie en de
juiste economische voorwaarden. Zij zijn bezig met zoet-zout waterbeheer, met herstel van
zoet-zout verbindingen en oude vaarverbindingen, met kustverdediging in de vorm van
zandmotoren, dubbele dijken en schelpdierbanken en met een duurzaam mobiliteitssysteem.
Zij werken over de hele wereld, want iedereen wil graag leven in een duurzaam estuarium. De
exploitanten en verzorgers van de open ruimte – de akkerbouwers, schelpdiervissers en
natuurbeheerders – zijn economisch gezien kwetsbaar en daarmee ook het open landschap. De
inwoners koesteren de rust & ruimte en de balans tussen zoet & zout, want ze genieten ervan
en weten dat ze ervan bestaan