In onze netwerksamenleving
ontkomt men er niet aan om soms al dan niet langdurige samenwerkingsverbanden
aan te gaan. Een eigen koers varen in onze dynamische maatschappij,
een wereld die krimpt en dan weer uitdijt, s niet altijd eenvoudig.
Samenwerking kan kracht genereren die ingezet kan worden bij het tegemoet
treden van de steeds complexer wordende samenleving.
Een tiental duo’s legt een visueel statement af op diverse locaties
in en om Burgh-Haamstede en becommentarieert dat zelf waar nodig. De
locaties worden bezocht met speciaal hiervoor ingezette bussen. Nadien
wordt in de Bewaerschole nagepraat en gediscussieerd over dit project.
De polariteit van ervaring versus onbevangenheid is een belangrijke
aanjager bij de samenstelling van het programma. Een dag vol onvoorspelbare
gebeurtenissen en pregnante bijdragen.
Moonen en Kroesinger ontmoeten elkaar net na de val van de muur in Berlijn,
en vervolgens in 1992 op Schloss Solitude in Stuttgart. Beiden hebben
een werkbeurs en verblijven er ongeveer een jaar. Moonen werkt aan twee
projecten en Kroesinger regisseert er een aantal ensceneringen. Er ontstaat
wederzijds interesse in elkaars werk en dat resulteert in herhaaldelijke
samenwerkingen, onder meer in Kaapstad, Hamburg en München. D /
NL, hun bijdrage aan deze dag, illustreert hun Duits-Nederlandse alliantie
door het symbool van beider nationaliteit, het ‘Schwarz Rot Gold’
en het ‘Rood Wit Blauw’ met elkaar te verbinden en deze
nieuwe vlag te planten op een symbool van de gezamenlijke geschiedenis:
de bunker. Moge van het planten der vlag een voorbeeld uitgaan om de
aloude animositeit tussen beide landen te overwinnen.
In het bijbelverhaal van Cain
en Abel lijkt het werk van Abel die het veld in trekt om zijn dieren
te hoeden, bevoorrecht ten opzichte van Cain die op het land moet blijven
om het, dag in dag uit, te bewerken. Cain’s leven is geheel gericht
op produktie; hij besteedt de meeste tijd in het bewerken van het land.
Zijn tijd wordt nuttig en produktief besteed. Abel daarentegen heeft
een grotere vrijheid. Hij hoedt schapen, en wandelend, tijdens het hoeden
van de kudde heeft hij de tijd om na te denken, te dromen, zijn geest
te scherpen en als het ware op avontuur in zijn hoofd te gaan. Hij heeft
de tijd om te experimenteren, en een symbolisch, geestelijk universum
rondom zichzelf te construeren. Hij heeft’playfull time’,
en hier is een link te vinden met kunstuitingen zoals bijvoorbeeld het
situationisme, dadaisme, de activiteit van de ‘derive’,
de flaneur, en de ‘homo ludens’ (Huizinga).
Vanaf het allereerste begin van de artistieke creatie, en de verwerping
van werk als de enige vorm van produktie, wordt de basis van de recreatieve-artistieke
activiteit geassocieerd met het wandelen.
Het is interessant dat in dit bijbelverhaal, God Cain strafte voor het
doden van zijn broer, door hem te veroordelen eeuwig over de aarde te
zwerven: Abels’ nomadisme is getransformeerd van privilege tot
goddelijke straf voor Cain en zijn nazaten (wij). Dit dilemma van vestigen
versus nomadisme, van economische waarde versus geestelijke ontwikkeling
en creativiteit, duurt voort tot op de dag van vandaag.
De activiteit van het wandelen
door het landschap leide, vanaf het symbolisch, geestelijk construeren
van het universum tot het eerste vastleggen van de omgeving (mapping),
waardoor symbolische en esthetische waarden ontwikkeld konden worden
(relatie tussen kijken en beweging). Dit leidde vervolgens tot (landschaps)
architectuur.
Het vroegst bekende geplaatste object in het landschap is de menhir.
Het plaatsen van de menhir is de eerste menselijke ingreep in het landschap.
En deze ingreep, verticaal in tegenstelling tot de horizontale richting
van het wandelen draagt het proces van het bouwen, het reeel construeren
in zich, van natuurlijk tot kunstmatig. Is het toeval dat de oprichting,
de verticale richting, die een vroege vorm van architectuur is, associaties
heeft met het mannelijke, het fallische?
In
1917 heeft Duchamp het Woolworth gebouw in New York verklaard tot zijn
eerste ready-made work, een bestaand (architecturaal) object.
De eerste stedelijke symbolische ready-made is gerealiseerd op 14 april
1921 op Saint Julien Le Pauvre. Deze eerste symbolische actie verklaarde
ruimte, in plaats van een object, tot kunstwerk. Dit gebeurde door een
groep DADA kunstenaars. De DADA groep deed geen interventie door een
object ergens te plaatsen, maar bracht een groep mensen direct naar
een specifieke plek. Het enigste wat hier nog van bestaat is een groepsfoto
van deze actie. En dat brengt ons weer terug bij het dilemma van Cain
en Abel.
Bik
van der Pol 2006 referentie: Walkscapes. Walking as an Aesthetic
Practice, door Francesco Careri, uitg. Gustavo Gili, 2002
Questions
and answersQ:
waarom werken jullie eigenlijk samen? Het kunstenaarschap draait toch
om individuele ontwikkeling?
A: wij werken nu meer dan tien jaar samen. Misschien is het goed om stil
te staan bij het waarom en het hoe. Onze projecten ontstaan altijd in
dialoog, in discussie. Het gesprek, de strijd, de kritiek, het vragen
en antwoorden zit in onze praktijk besloten. We slaan elkaar, metaforisch,
hard en veel. Samenwerking doorbreekt onze individuele tekortkomingen
en taboes, soms met kracht, soms geruisloos. Beslissingen worden in de
intensiteit van het discursieve, sneller genomen dan wanneer wij individueel
aan eigen werk zouden werken. Samenwerking moet in onze visie meer genereren
dan de som der delen.
Q: hebben jullie vaak ruzie? Wie krijgt meestal zijn zin?
A: Vaak wordt deze vraag gesteld. Het is ook een vraag, of meer een nieuwsgierige
of misschien zelfs wel perverse insinuatie, wie het genie is, waar de
ideeën beginnen, wie de slaaf en wie de meester is. Deze vragen komen
altijd voort uit het verlangen van de vrager naar het genie van de kunstenaar.
Dat is niet ons verlangen. Wij vinden het van belang de advocaat van de
duivel middenin onze samenwerking te laten wonen. Daardoor kunnen we zelf
onze observaties toetsen aan elkaar, en vragen blijven stellen over wat
we zien om ons heen, wat we ervaren als gewoon. Wat is belangrijk? Wat
is de rol functionaliteit en gebruikswaarde van kunst in een specifieke
situatie of plaats? Moet kunst zin hebben, mag kunst zin hebben? Hoe kan
werk, hoe kunnen beelden zich engageren op zowel een institutioneel als
op een meer intiem, lokaal niveau? Wat doen beelden eigenlijk? Wat mist
hier, hoe kun iets toegevoegd, pregnant gemaakt worden, om situaties te
verbeteren, zaken te openen of openbaar maken in plaats van af te sluiten?
Q: gaat het dan niet heel erg alleen maar om de kunst? Is het daarbuiten
nog wel geldig? En hoe bepaal je of iets goed is?
A: Dialoog, onderhandeling, uitwisselingen en het scherpen van ideeën
is niet iets wat alleen tot het domein van de kunst hoort, gelukkig. De
methode van samenwerking is er een van uitvinden terwijl je gaat. Fail,
fail again, fail better, is een beroemde uitspraak van Beckett. Het is
hier dat het communicatieve het platform van handelen wordt. Het gaandeweg
uitvinden, met vallen en opstaan, is een strategie als een 'breekijzer',
waarmee, paradoxaal, steeds opnieuw constructies kunnen worden tot stand
gebracht en geactiveerd. Zo’n houding scherpt volgens ons het beeldend
kunstenaarschap aan en gaat ver voorbij het (individueel) werken in een
atelierruimte. Vragen naar de positie van kunst en kunstenaarschap, het
auteurschap, zijn ook vragen naar de grenzen van het individuele en het
gemeenschappelijke. De maatschappelijke rol en het functioneren van het
institutionele zijn dan niet zo vergezocht, en opeens is daar een heel
directe link tussen het wat buitenissige, vage of ingewikkelde van het
kunstenaarschap en de dagelijkse omgeving van het maatschappelijke. Uitwisseling
is daarvoor dus een sleutel: kunst wordt dan discussiestuk door middel
waarvan een netwerk van relaties/verbindingen (opnieuw) tot leven gebracht
en verder ontwikkeld kan worden. Werken van anderen, situaties en geschiedenis
(als een reservoir van kennis en ervaring) kunnen worden ingezet en gereactiveerd
waardoor nieuwe ruimte wordt ontwikkeld door een andere context te creëren.
Q: waar is dan jullie individuele passie te vinden?
A: ons werk is steeds gebaseerd op een persoonlijke keuze, observatie
of irritatie. En humor is ook heel belangrijk. Vanuit persoonlijke affiniteit
evolueert het werk. De samenwerking met anderen geschiedt weliswaar in
openheid, maar tegelijkertijd houden we de regie precies en nauwgezet
in handen.
Castricum en De With toonden o.a. de animatiefilm 5.2.9 (Five to Nine),
waarin het personage probeert de sleur van zijn leven te doorbreken op
de meest drastische wijze, telkens weer…
Het werk van Langenberg ontstaat in een wisselwerking van zijn visie en
die van de gebruikers. Van den Aker is opgeleid als beeldend kunstenaar
en regisseert televisieprogramma’s, voornamelijk op het gebied van
kunst en cultuur. De film De uitbreiding van polder Mastenbroek die zij
laten zien plaatst de actuele problematiek van de relatie tussen stad
en het landelijk gebied in een bijzonder perspectief. In de film ontplooien
de polderbewoners zich als projectontwikkelaars van hun gebied. Ze nemen
het heft in eigen handen, vaardigen woonquota uit, en staan zo beperkte
woningbouw toe in het groen. Dit keer moet de stedeling zich verdedigen
tegen het oprukkend groen: de Zwollenaren zien zich genoodzaakt naar Canada
te verhuizen.
René Korten / Jan van den Langenberg
Een video, een sculptuur zijn samengebracht onder de titel Lieve troost:
lieve deugd, goeie hemel! Ze laten een wereld zien die niet te stuiten
is, een onontkoombaar verhaal, een visueel product van religie, seks,
lichaamscultuur, ongebreideld materialisme en andere vormen van troost
in relatie tot de menselijke evolutie.
je bent mijn steun en toeverlaat
de dubbele rots in mijn branding
jij bent degene die er altijd voor me was
blijf voor eeuwig bij me, alsjeblieft
BirdsBrothers (Bert Vogels / Léon Vogels)
De
broers Bert en Léon Vogels maken installaties waarin beeldende
kunst en techniek samengaan. Ze zijn gefascineerd door projecties, geluid
en een bepaalde mate van wetenschappelijkheid. Ze gebruiken een beeldtaal
met een wonderlijk karakter, alsof het leven opnieuw wordt uitgevonden.
In de Mechanische Dirigent wordt een muziekstuk, door middel van een computer,
vertaald in armbewegingen en tegelijkertijd omgezet in een ruimtelijke
tekening die geprojecteerd wordt.
Kamiel
Verschuren / Lauran Schijvens
Verschuren en Schijvens plegen op de Dag van de Duo’s opnieuw
een interventie. Hun laatste in Burgh-Haamstede? Op zichtafstand van de
Bewaerschole, aan de overzijde waar de ingang van een huis het voetpad
blokkeert, grijpen zij in en bieden een oplossing. Een verslag van deze
ingreep is te zien in het woonhuis.
Deze dag is tevens de afsluiting van de presentatie Hier komt… van
IvZW in de Bewaerschole. De installatie wordt tot het einde uitgebreid,
aangetast, de bouwsels blijven groeien omdat Sep en Visser nooit ofte
nimmer kunnen stoppen. Een stad met groeistuipen.
Leonard en Jeroen (Leonard Bedaux / Jeroen
Opstelten)
Leonard en Jeroen; hun creaties zijn origineel, gedurfd en buitengewoon
succesvol of niet. Zij brengen Duweensnormaalman.
Met dank aan: Provincie
Zeeland, VSB Fonds, gemeente Schouwen-Duiveland,
SNS Bank ’t Nut Zierikzee, Stichting Herinneringsfonds Vincent van
Gogh, Prins Bernhard Fonds Zeeland, CONNEXXION, Stichting Zonnemaire Buitengewoon,
Filmhuis fiZi, Stichting Naammaak, Hotel Bom en Bakkerij Sonnemans.