Johannes Schwartz, fotograaf Ilse van Rijn, theoretica

 


 

 

Schwartz en Van Rijn gaan ervanuit dat een plek onder invloed van verschillende factoren is ontstaan en op even zovele manieren kan worden begrepen. Bekeken vanuit Amsterdam is Burgh-Haamstede een stip op de kaart, Schouwen-Duiveland de landtong waarop het dorp ligt. Je kunt je een andere dan geografische voorstelling maken bij de specifieke locatie, maar zonder er geweest te zijn wordt veel overgelaten aan de verbeelding. Dat bracht hen bij de vraag wat een plek in het algemeen, Burgh-Haamstede in het bijzonder maakt tot wat hij is.
In de tentoonstelling Maanlaan. Uit het archief van Lily B. formuleren Schwartz en Van Rijn de duinpas als een overgangsgebied, typerend voor de paradoxale verhouding tussen land en zee. Of deze nu op natuurlijke dan wel kunstmatige wijze is ontstaan, de duinovergang bakent een terrein af, markeert de grens tussen twee elementen die bestaan bij de gratie van elkaar. Tegelijkertijd zie je, wanneer je naar de geschiedenis van Burgh-Haamstede kijkt, dat diezelfde scheidslijn een fictie is. Zo is door Vlamingen en Hollanders in de veertiende eeuw om het gebied gestreden en bevochten de Zeeuwen hun land herhaaldelijk op de zee. Elke episode uit het verleden bestempelde een andere grens als de hare. Waardoor deze verschuift, telkens weer.
Dit gegeven is zowel in tekst als in beeld vertaald. Door middel van foto’s en (delen van) verhalen en de verschillende wijzen waarop deze worden gepresenteerd, wordt in de tentoonstelling onverbloemd een mogelijk ‘ander’ perspectief getoond op een plek, - een dorp, Burgh-Haamstede in dit geval, die voorheen tweedimensionale vlek op de atlas. In Maanlaan. Uit het archief van Lily B. bieden tekst en beeld een gescheiden perspectief. Waartoe de lezer/toeschouwer zich naar eigen inzicht verhoudt.

 


 

 

 

 

 

in samenwerking met het Lectoraat kunst en publieke ruimte, Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam

 

 

 

met dank aan de Provincie Zeeland, het VSB Fonds, de Stichting Renesse, de Gemeente Schouwen-Duiveland, het Prins Bernhard Cultuur Fonds en de Kattendijke/Drucker Stichting