Eilandenrijk
Schouwen-Duiveland Penseeltekening
van Nel Pak
Deze tekening, op maat
gemaakt voor de achterwand van de Bewaerschole, schetst verschillende
manieren van gebruik van het land in heden, verleden en toekomst
Onder de titel Eilandenrijk
Schouwen-Duiveland werd op zondag september 15.00 uur een expositie
geopend in de Bewaerschole in Burgh-Haamstede, waar de gelijknamige
tekening van Nel Pak gedurende 6 weken te zien zal zijn. De expositie
is onderdeel van het jaarprogramma 24 duinovergangen; de modes van het
landschap.
Nel Pak maakt tekeningen, van
miniem tot monumentaal, meestal met penseel en inkt. Haar onderwerpen
zijn landschap en menselijke activiteiten en reflectie. Ook maakt zij
grafiek en presenteert van tijd tot tijd haar ‘Archief’.
Dit laatste is een vorm van recycling van eerder geschreven, getekend
en gedrukt werk, meestal aangevuld met ter plekke aangelegde verzamelingen.
Haar werk wordt in binnen- en buitenland geëxposeerd en is in het
bezit van diverse particulieren en instellingen. In 2002 nam zij deel
aan de artist in residence Japanese woodblock printmaking in het Nagasawa
Art Park op Awaji, Japan. Sindsdien maakt zij houtsneden en geeft demonstraties
en lezingen, o.a. tijdens het internationale grafiekcongres Impact (2005
en 2007). Op het ogenblik is haar tekening Zee (2007-2008) te zien in
een groepsexpositie in het Johannes Larsen Museum in Kerteminde, Denemarken.
Over de expositie in de Bewaerschole zegt zij het volgende:
‘Toen ik in 2007 uitgenodigd werd voor het jaarprogramma 24 duinovergangen;
de modes van het landschap,
ben ik in eerste instantie op zoek gegaan naar oude ansichtkaarten,
liefst in zwart-wit fotografie, van duinen, zee, akkers en weilanden.
Via de titels en de composities wilde ik erachter komen hoe de fotografen
van het eiland hun gebied voor toeristen wilden afficheren. Tegelijk
ging ik fietsen en wandelen om het gebied meer direct te verkennen,
en te constateren waar en hoe het landschap veranderd is. Ik stelde
me voor dat de tekening die ik naar aanleiding hiervan zou gaan maken,
mensen en dieren zou tonen, in hun bezigheden op de verschillende plaatsen
van het eilandengebied. Hierbij zou ik heden en verleden laten botsen.
Het liep echter heel anders. Gaandeweg raakte ik – ook door het
lezen in tijdschriften over streekgeschiedenis en studies over historische
geografie - de afgelopen maanden in de ban van het zeer diverse landschap
van Schouwen-Duiveland, zoals dat door natuurkrachten en door mensen
is gemaakt, verwoest, weer opgebouwd, gerepareerd, anders ingericht
en voortdurend op de schop genomen. De weerstanden tegen het creëren
van ‘nieuwe natuur’ die hier leven volgde ik met spanning,
evenals de berichten over zeldzame planten, vogels en zoogdieren, de
mosselvisserijcrisis, transplantaties van zeegras en het kappen van
Corsicaanse dennen in de Boswachterij Westenschouwen. Ook zag ik van
nabij de verschillende lopende projecten om de dijken te versterken.
Daarbij ontdekte ik de schoonheid van topografische kaarten en zat eindeloos
de meest recente te vergelijken met de versies van 1921 en 1856-58,
speurend naar veranderingen in gebruik van het land, verkaveling en
infrastructuur, die vooral na de Ramp in 1953 drastisch zijn geweest.
Terug in het atelier begon ik met penseel en inkt lijnen te zetten die
eerder gezette belijningen in het landschap, van water, grond, zand,
stenen en asfalt volgden. Andere lijnen een vlakken werden gevormd door
eigen associaties en fantasieën. Het resultaat is een mengeling
van landkaart en vogelvluchtperspectief van Schouwen-Duiveland geworden,
die overigens niet het hele eiland weergeeft. Aanwezigheid van mens
en dier zijn vrijwel alleen te zien aan de sporen die zij recent en
langer geleden hebben nagelaten. De tekening is een interpretatie van
het gebied op basis van wat ik het afgelopen half jaar gezien en beleefd
heb en wat ik erover ‘weet’ van horen zeggen en van lezen.’
De expositie werd geopend met
een lezing en een gezamenlijke wandeling . In het kader van het onderwerp
van de tentoonstelling gaf Bernd Hirschfeldt een lezing, getiteld ‘de
wereld zien in een korrel zand’, over hoe natuur en landschap
door de eeuwen heen verschillend bekeken kunnen worden. In de aansluitende
wandeling door het Slotbos en de Zeepeduinen hij wees op de verschillende
elementen in het landschap die in de op handen zijnde herstructering
van de duinen veranderen en welke ideeën hiermee samenhangen.
Bernd Hirschfeldt studeerde na een aanvankelijke studie piano en muziekwetenschap,
wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit en studeerde cum laude af aan
de KU Leuven. Sindsdien heeft hij in Oostkapelle een filosofische praktijk
geopend, geeft lezingen en bereidt een promotieonderzoek voor over de
Middeleeuwse filosoof Johannes Scotus Eriugena. In zijn praktijk biedt
hij gesprekken of een ‘filosofische wandeling’ aan waarin
men de gedachten kan laten gaan, dingen op een rijtje zetten of tot
nieuwe inzichten komen. Daarbij wordt geput uit ‘de filosofie’,
een verzamelnaam voor vijfentwintig eeuwen aan westers denken over het
menselijk leven.
Na de wandeling, terug in de Bewaerschole,
opende Michel van Adrichem de expositie . Hij is beeldend kunstenaar
in Rotterdam, waar hij in 2001 een van de initiatiefnemers was van het
project ‘Ruimte Bezetten’, dat beoogde om gedurende een
heel jaar kunst direct op de werkplek van het Rotterdamse Stadhuis te
realiseren. Zijn meest recente samenwerkingsproject is een agenda, ‘Occupying
2008’, die dient als een proefuitgave in kleine oplage voor een
agenda voor 2009.
Onlangs heeft hij WEGHUIS gevestigd in IJzendijke, Zeeuws Vlaanderen.
Daar richt hij zich, in de resterende tijd van bestaan van het af te
breken huis, op de transformatie van huis tot weg. Nu de tuin binnenkort
oplost in het landschap brengt hij de toekomstige mobiliteit op gang
door de tuin in beweging te brengen. En zo keren we weer terug bij kwesties
die nu spelen in het landschap, zoals de noodzaak van meer en betere
infrastructuur, nieuwe natuur op voormalige landbouwgrond, globalisering
versus kleinschaligheid, vrije tijd en economie, en de bewegingen van
grondverzet, grondverlies en grondaanwas.
met dank aan de Provincie
Zeeland, het VSB Fonds, de Gemeente Schouwen-Duiveland, het Prins Bernhard
Cultuur Fonds, de Stichting Renesse en de Kattendijke/Drucker Stichting