teja van hoften

Een mens als kwetsbaar individu, als sterveling. Als enige van de aardebewoners is hij zich bewust van zijn eigen eindigheid. Dat menselijke bewustzijn veroorzaakt veel lijden, maar stelt hem ook in staat zich te verbazen, te verheugen, te verwonderen, te verlangen, te vergeten en te veranderen. Hij kan relativeren en de dingen vanaf een afstand en met humor bekijken. Ook daarin verschilt hij wezenlijk van het dier. Deze psychologische en sociale complexiteit van het menszijn, maar daarnaast ook het ervaren van oerkrachten die sterker zijn dan wijzelf, hebben de keuze voor de verschillende kunstenaars bepaald.

Het jaarprogramma ‘een mens’ waarvoor teja van hoften gastcurator is, vertelt niet alleen heel veel over de door haar uitgenodigde kunstenaars, maar is ook een soort zelfportret geworden en deze laatste tentoonstelling een soort groepstentoonstelling met zichzelf.

De titel van de tentoonstelling van teja van hoften is: ‘ z i j n ’

Het is een registratie van haar bestaan. Vaak is haar werk heel associatief en nauw verweven met haar dagelijks leven. Het werk kondigt zich heel vanzelfsprekend aan in de moestuin, bij het snijden van de groente voor de soep, tijdens het wandelen, het inventariseren met de plantenwerkgroep of gewoon mijmerend in bed. Toch is overgave aan 'zijn' geen passieve houding, maar vraagt juist om een duidelijke keuze, waarbij je je eigenheid bewaakt en de rijkdom van het onvolmaakte.

Het werk toont de steeds in verwante, maar unieke vorm verschijnen van leven.

 

Het oudste tentoongestelde werk ‘vanitas’ uit 1999 is een monoprint van een levensgrote liggende figuur. De aderen zijn als een stroomgebied, een deltalandschap. Niet perspectivisch weergegeven, maar van bovenaf geprojecteerd over een patroon van buitelende, spelende meisjes. Dit werk is vooral een ‘gedenk te leven’. Niet in de zin van planning, maar een bewust zijn van het functioneren van je lichaam. Met een focus op die processen in het lijf, die normaal gesproken automatisch gebeuren. Los van kunnen, willen of weten, zomaar een stukje natuur zijn. Want juist in het opgaan in het grote geheel, in het verliezen van jezelf ervaar je de zin van zijn en misschien ook wel de zin in zijn.

Het meest recente werk zijn de keramische vloerbeelden, organische antropomorfe, bijna embrionale vormen, die tegelijkertijd ook verwijzen naar ons microscopisch binnenste. Zo hebben we meteen de twee polen van het leven, de geboorte en de dood. Deze zijn een gegeven. Daar tussenin moet je het zelf doen. ‘Zijn’ is keuzes maken en actie ondernemen.

 

 

 

 

 

 


opening 14 november klik hier voor het openingswoord van teja van hoften