Toen ik werd gevraagd om voor de Bewaerschole een aantal
tentoonstellingen te organiseren, ben ik het gebouw eens goed gaan bekijken
en onmiddellijk kwam het woord intiem bij me op; de besloten sfeer, de
helderheid van de ruimte, hoe binnen en buiten aan elkaar afleesbaar zijn.
Dit bracht mij al snel bij de kunstenaars, die ik heb uitgenodigd, maar
daarover later meer.
Intimiteit. Wat is het? Wat doet het
met je?
Intimiteit geeft troost en verzoent je met de fundamentele eenzaamheid
van het bestaan. Die wederzijdse afhankelijkheid geeft zin aan het leven.
En eigenlijk zou ik het hierbij moeten laten. Maar toen
het woord intimiteit zich aan mij hechtte ben ik er veel over gaan nadenken,
praten, lezen en met name dicht bij mezelf in mijn eigen dagboeken. Daar
vond ik een paar momenten, welke ik met u zou willen delen.
Ik kom zelf uit een groot, katholiek gezin. Er was meestal
gewoon te weinig tijd voor echte aandacht. Je moest het maar zo’n
beetje zelf uitzoeken en je ontliep meestal niet alleen de karweitjes,
maar ook elkaar.
Toch zijn er ook momenten, waarop ik me heel erg verbonden voelde:
datum onbekend
de geur van vers wasgoed
je koesteren in het tevreden zingen van je moeder
het strijken, zo'n moment van rust in dat drukke huishouden
er bij zijn, gewoon gelukkig
Een andere vorm van intimiteit, waar ik niet zelf aan
deelnam, maar die ik wel duidelijk zag gebeuren, was die tussen mijn moeder
en haar hondjes:
weer een fragment, waarvan ik de datum niet weet
hoe mijn moeder haar hondje aankeek en ze beiden wisten, dat ze uitgelaten
zouden worden
de blijdschap en hoe gezellig ze het dan samen hadden
de tedere gesprekken, daar begreep verder geen hond iets van
Maar het meest zal men intimiteit voornamelijk tussen
mensen ervaren en daarin ben ik niet anders:
sept.2001
wang aan wang waarnemen
hoe zijn adem jouw oor bereikt
de warmte door je lichaam trekt
de uithoekjes kietelt
waar je lang niet meer geweest bent
Wel hoeft die intimiteit niet persee alleen tussen geliefden
te bestaan. Zo kreeg ik een stukje tekst toegestuurd uit een tijdschrift
over de bijzondere relatie, die veel vrouwen met hun kapper hebben. Daar
heb ik zelf ook ooit een stukje in mijn dagboek aan gewijd:
ergens in 2002
het begint al met het water dat je oren kietelt, je nek in stroomt
de geur van de hand die rakelings je voorhoofd streelt als de pony wordt
gedaan
jouw haren, die op zijn neus geplakt zitten
heerlijk passief verzorgd worden
genieten van al die aandacht
tot het moment van de spiegel je weer scheidt
Maar vaak geeft intimiteiten tussen mensen ook problemen,
omdat de een hetzelfde weer heel anders ervaart dan de ander. En om echt
intiem te kunnen zijn moet je je kunnen verbinden, er de tijd voor nemen
je te verdiepen
in die ander i.p.v. je eigen gevoel te projecteren. Bovendien zal je je
zo op je gemak moeten voelen, dat je ook jezelf laat kennen. Dan pas kan
je echt op elkaar ingaan. Dat geldt net zo goed voor materie, gereedschap
of een landschap en is in principe niet anders dan met levende wezens.
Op zichzelf kunnen deze zaken geen initiatief nemen, maar wel kan het
een eigen karakter laten zien en als je daar geen rekening mee houdt,
ontstaat er niks; het gesprek stokt, het beeld mislukt, de muziek klinkt
niet, het landschap wordt vernietigd en zo ga je er op den duur ook zelf
aan onderdoor.
Een landschap is niet passief aan een publiek overgeleverd zonder zelf
iets toe te voegen. Het reageert op diens aanwezigheid, gedrag en handelen.
Je kunt bijvoorbeeld een kuil graven, maar je zal rekening moeten houden
met de eigenschappen van dat landschap. Het resultaat bepaal je samen
en hoe meer je open staat voor en rekening houdt met de ander/het andere
hoe intiemer het wordt.
23 – 3- 2004
Na een ochtendje computeren vanmiddag
weer heerlijk gewandeld. Mooie schijtpatronen op het strand, maar de meeuwen
zelf waren allemaal uit vissen. Uren door de duinen gezworven en niet
1 tegengekomen. Wel 5x een ree, zelfs een mannetje met gewei. Het was
zo prachtig de wijde schoot van de zandvalei met omfloerste randen door
het stuifzand wat over het gezwollen lichaam van de zandrug spoot. Toefjes
helm tegen de scherpe lucht. Een wolk, die daar zo stil voor mij poseerde.
Maar plotseling was ze toch onmiskenbaar een beetje veranderd zonder dat
ik kon aangeven wanneer dat precies was gebeurd. Ze leek een beetje weggezakt,
betrapt in al haar pronte pracht, in verlegenheid gebracht zich langzaam
terugtrekkend achter het duin. De zee een streep licht. Struikjes aan
de waslijn, jonge duindoorntjes door een blootgestoven, lange wortel met
elkaar verbonden.
Wat een oogst deze dag; al die belevenissen, een maaltje winterpostelein
(de laatste van het jaar denk ik, begint al een beetje rood te kleuren),
twee stenen die in elkaar passen, een mooi glanzend schelpje (zaagje zo
lekker om in je zak aan te voelen dat scherpe kartelrandje, kan ik nooit
laten liggen), een bijzondere schaduw van een kronkelig stuk plastic,
een zaadje hondstong (maar dat was onvrijwillig, als verstekeling aan
boord van mijn sok meegelift.)
Wat gaf ik het landschap? Een nieuwe kruin in het helm waar ik gelegen
had en vreselijk veel voetstappen. Sporen die hopelijk snel verwaaien
zodat ik met een schone lei weer opnieuw kan beginnen.
Maar het verrassendste woord, wat ik tegenkwam was collectieve
intimiteit. Het klinkt volkomen onmogelijk, maar toch kent bijna iedereen
het wel en heeft ooit al zijn of haar diepste, persoonlijke gedachten
aan zijn of haar held of heldin op posterformaat toevertrouwd. Gevoelens,
die je toch met geen ander kon delen. Maar zijn zulke geheime intimiteiten
in principe niet altijd verspild, omdat ze anoniem zijn en er eigenlijk
niet echt sprake is van een reactie en er dus niet echt gedeeld kan worden?
Toch kan zo’n collectieve intimiteit, het gevoel van met zijn allen
hetzelfde, maar wel persoonlijk, het gevoel van intimiteit heel erg versterken.
Zoals ik in mijn duinpannetje lig alleen op de wereld te zijn en het juist
fijn vind als allerlei anderen dat op dat moment ook doen, terwijl we
elkaar niet zien of storen. Een gewone wij-behoefte? Maar dan wel het
liefst alleen. De bekende strijd tussen jezelf blijven en samen zijn/concessies
doen.
Wat ook zo tegenstrijdig klinkt is anonieme intimiteit,
maar juist in anonimiteit kan je intimiteit sneller toelaten, zoals in
een auto als je elkaar niet in de ogen kan kijken valt er, net als bij
telefoongesprekken, een bepaalde schroom weg en is het een stuk gemakkelijker
ontboezemen.
Maar het meest intiem vind ik eigenlijk publiekelijke
intimiteit. Temidden van de massa een blik, een geheim delen, je gekend
weten. Dat terwijl alles gewoon doorgaat en de hele wereld niets bijzonders
vermoed, dat versterkt die intimiteit enorm.
Vaak gebruikt men het woord intimiteit alleen maar, omdat
iets klein is. Maar zoals u inmiddels van mij begrepen zult hebben gaat
intimiteit niet alleen over een bepaalde schaal, verhouding en oog voor
details, maar vooral ook over een bepaald gevoel. Meestal wordt dit in
verband gebracht met het seksuele en dan nog wel ongewenst. ‘Je
bepaalde intimiteiten veroorloven’ houdt meestal vrijpostig gedrag
in, die de ander niet op prijs stelt en daardoor per definitie nooit intiem
kan zijn. Intimiteit vereist wederkerigheid en respect. Er hangt rond
intimiteit inderdaad een privé sfeer en er is ook een soort overgave
voor nodig. Het is niet voor iedereen bedoeld en voor niet ingewijden
ook niet direct toegankelijk. Je moet er een beetje moeite voor doen,
voor door de knieën gaan, het kind zijn nog niet helemaal hebben
verleerd.
Dat is ook precies, wat ik bij alle door mij uitgenodigde kunstenaars
voor dit project over intimiteiten zie, ze hebben ieder hun eigen persoonlijke
wereld, waarin ze het spel voortzetten dat ze als kind ooit begonnen zijn.
De jongens doen dat op een andere manier dan de meisjes.
Zonder in het vooroordeel van de meisjes met de poppen te vervallen is
het wel zo, dat zowel bij Floor Coolsma als bij Anne-Marie van Sprang
het in hun werk om lichamelijkheid en levende wezens gaat.
Hoewel Floor zelden echt mensen verbeeldt is het toch juist de menselijkheid
in haar dieren, waarmee ze zich in al hun kwetsbaarheid tonen.
De ook zeer kwetsbare en fragiele mensfiguren van Anne-Marie verwijzen
naar de tijdelijkheid van het leven zelf.
En hoewel ik zowel Marinus van Dijke als Wim Geeven heel poëtisch
werk vind maken, hebben ze beiden ook iets stoers.
De echte grote mensen wereld wordt door Marinus gesuggereerd door de bijna
wetenschappelijke werkwijze van het systematisch onderzoek naar het landschap
van zijn jeugd.
Bij Wim Geeven is het vooral de vormentaal van vreemde bouwsels en machinerieën
die een volwassen realiteit weergeeft. De wereld van Wim; hangende bomen,
dansende bomen, uit elkaar geknokte ridders, vliegende brilletjes, duizend
bommen en granaten, landbouwmachines, toneelatributen, mythische mededelingen,
vaten vol propellers, een door wind aangedreven boer, doodskisten met
ballonnetjes.
En bedenk wel; het is ook allemaal echt gebeurd!
Ondanks de soms ontroerend komische verwikkelingen moeten we zijn werk
serieus nemen, monumentaal, indrukwekkend, functioneel …….
Maar boven alles toch de wereldtentoonstelling van een jongen.
Ergens op een tekening staat ‘pieces for the store keeper’
, de winkelier. En zeker doen zijn uitstallingen soms ook aan winkelmagazijnen
denken, maar telkens weer las ik ‘story keeper’ want dat gebeurde
er met me; zijn fantasie had mijn beleving veranderd.
En dat is ook wat je er voor terug krijgt als je je laat verleiden tot
overgave aan intimiteit, zijn beleving wordt een deel van jou, jouw beleving,
je bent een ervaring rijker.
Laat u ontroeren, voel je verbonden, ga de relatie aan. Rest mij u veel
plezier toe te wensen met de vertrouwelijke mededelingen van Wim Geeven
Daarnaast nog een zakelijke mededeling. Aan het eind van deze reeks tentoonstellingen
komt er een boekje uit A 5 formaat, met een tekst van mijzelf (korte inleiding)
en van Wouter Prins en natuurlijk veel foto’s, van wat u hier hebt
kunnen zien. U kunt de realisatie van het boek mede mogelijk maken door
daar nu al voor in te tekenen voor het bedrag van 10 euro. Daarvoor al
onze dank en mede dank aan onze sponsors de provincie Zeeland, Stichting
Herinneringsfonds Vincent van Gogh en de gemeente Schouwen-Duiveland.