Los van het Watersnoodmuseum ligt een kleine caisson dat, verzonken in de grond, nog geen meter boven het maaiveld uitsteekt. Het betonnen bouwwerk laat een indeling zien in zes compartimenten. De structuur doet vermoeden alsof het om een fundament van een bouwwerk gaat waarvan de werkzaamheden lang geleden begonnen, stil kwamen te liggen en nooit zijn hervat.
Voor het tweede project binnen ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ hervat ik als het ware de werkzaamheden en ga ik verder met bouwen op dit fundament. Ik verzamel ideeën voor bouwwerken die op deze structuur zouden kunnen verrijzen. Sommigen zullen een duidelijke relatie hebben met Schouwen-Duivenland, bijvoorbeeld gebouwen die bij de ramp zijn verwoest en niet meer opgebouwd werden, of typisch streekgebonden bouwvormen. Ook architectonische vormen die ik al gedurende vele jaren fotografeer in binnen- en buitenland kunnen hun plek krijgen op dit betonnen fundament.
Binnen het onderzoek maak ik een onderscheid in verschillende benaderingswijzen om een bouwwerk te bekijken. De stadia in het bouwproces, de plattegronden, de volumes, de huid, de functies, de bewegingen die een bezoeker zou maken door de ruimten. Een zestal van deze mogelijkheden werk ik uit in schaalmodellen. Eén voor elk van de zes compartimenten. Daarmee keer ik terug naar de plek van het caisson, waar ze gefotografeerd worden op die wijze dat het model en de betonnen structuur samenvallen.