De Bewaerschole heeft voor haar activiteiten het thema ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ gekozen. Dit thema sluit aan bij de sociaal-economische en culturele ontwikkeling van het eiland Schouwen-Duiveland en bij de huidige belevingswaarde van het landschap en in het bijzonder bij de problematiek van de estuaria. Gedurende de projectperiode, 2013-2018, willen we een beeld krijgen hoe de mensen en de natuur op het eiland Schouwen-Duiveland balanceren tussen zoet en zout. Een beeld gebaseerd op de huidige situatie en/of met de blik op het verleden of de toekomst en in relatie met ontwikkelingen op andere plekken op de wereld waar deze problematiek ook speelt . We hebben gekozen voor een vijf jaar durend project om de kunstenaars de kans te geven gedegen onderzoek te doen. Dat biedt ook aan instellingen en nieuwe kunstenaars de mogelijkheid om gedurende de vijf jaren mee te denken en ook een bijdrage te leveren.
1. MOGELIJKE INVALSHOEKEN VOOR HET PROJECT
Kunstenaars zijn uiteraard vrij in hun interpretatie van het thema ‘Balanceren tussen Zoet en
Zout’, maar zij kunnen ook aansluiten bij een van de volgende invalshoeken en
samenwerkingsmogelijkheden.
boeren in een zout milieu
Schouwen-Duiveland is van oudsher een akkerbouweiland met de traditionele teelt van
aardappelen, uien en suikerbieten. Voor de groei van hun gewassen zijn de boeren afhankelijk
van een zeer beperkte voorraad zoet water. Die bevindt zich vlak onder het maaiveld, in zgn.
‘regenwaterlenzen’. Daarbuiten is het water brak of zout. Verzilting van de grond is een
permanente dreiging. In droge zomers ontbreekt zoet water voor beregening en ontstaat snel
droogte- en zoutschade. Een rendabele akkerbouw is aangewezen op grootschaligheid en
uitgekiende technieken: precisielandbouw op bedrijven van honderden hectaren. Wat zijn de
gevolgen, voor de boeren zelf, voor de aard van de bedrijfsvoering, voor de samenstelling van
de bevolking, voor de biodiversiteit? Hoe ziet de toekomst van de landbouw op het eiland
eruit?
zilte teelt
Bij Burghsluis wordt de komende jaren een Kustlaboratorium aangelegd, een zoute polder van
vijftig hectare met bassins voor het kweken van vis en schelpdieren, en akkers voor de teelt
van zilte groenten. Via een buisleiding wordt zout water uit de Oosterschelde ingelaten en
gezuiverd afvalwater afgevoerd. Met het Kustlab wil de Stichting Het Zeeuwse Landschap
aantonen dat duurzame aquacultuur in een ecologisch waardevol landschap economisch
rendabel kan zijn.
1 vierkante km.
Wat is het verhaal van een willekeurig gekozen stukje platteland, gezien door enerzijds de
ogen van de bewoners en anderzijds door die van onderzoekers, vanuit een scala aan
disciplines? Het verhaal van het platteland waar mensen wonen en werken, waar ze al
eeuwenlang proberen het beste ervan te maken, het land ook waaraan ze verknocht zijn, met
de planten en dieren die daar leven, hun eigen natuur en landschap. Eén vierkante kilometer
Schouwen-Duiveland, de polder ten zuiden van Dreischor, als venster op de wereld.
zoete wensen, zoute dromen
Eeuwenlang werd het dunbevolkte en geïsoleerde Schouwen-Duiveland vooral bewoond door
boeren en vissers. De één volledig afhankelijk van het weinige zoete water, de ander zijn
leven wagend op de zoute zee. Biddend voor een flinke regenbui met de rug naar de zee, of
dromend van een wonderbaarlijke visvangst. Hoezeer heeft dat de denkwereld en de
gewoontes van de eilandbewoners bepaald? Bestaat er een zoete en een zoute mentaliteit? En
hoezeer is de balans tussen die twee veranderd door de vloedgolf van nieuwkomers: tijdelijke
of vaste bewoners zonder hechte band met het land of de zee.
doorstarten of landen
Schouwen-Duiveland is een vogelparadijs. Honderden soorten gebruiken het eiland als
broedplaats of voor een tijdelijk verblijf. Die zeldzame verscheidenheid komt door de
geïsoleerde ligging en de combinatie van landschapstypen: duin en bos in het westen, zilte
moerassen langs de hele zuidkust, schoren en zandplaten buitendijks en een uitgestrekt
landbouwareaal met dijken, kreken en watergangen. De ramp van 1953 en de herverkaveling
daarna betekenden een enorme breuk. Maar sindsdien is op grote schaal gewerkt aan herstel
van oude natuurwaarden en de aanleg van nieuwe, vooral zilte natuur.
de scheiding tussen zoet en zout
De geschiedenis van Schouwen-Duiveland is de geschiedenis van de permanente strijd om
zoet en zout te scheiden. Het begon in de Middeleeuwen met de aanleg van de eerste dijkjes
en het beleefde een voorlopig hoogtepunt met de uitvoering van de Deltawerken. Maar de
zeespiegelstijging in combinatie met bodemdaling maken nieuwe maatregelen nodig. In plaats
van alsmaar de dijken te verhogen, zijn nieuwe concepten voor de kustverdediging
ontwikkeld. Daarbij wordt de natuur niet langer als vijand gezien, maar juist als medestander:
‘building with nature’. Op en rond het eiland worden verschillende vormen beproefd. De
‘zandmotor’: op strategische plekken worden enorme hoeveelheden zand opgespoten, stroming
en wind zorgen voor verdeling van het zand langs de kust. ‘Shellfish reefs’: voor de bestaande
dijken wordt een schelpenbank aangelegd die uitgroeit tot een kunstmatig rif dat de golven
breekt. ‘Schorrenmatten’: door de aanplant van zoutminnende planten op schorren in de
Oosterschelde wordt bodemerosie afgeremd en aanslibbing bevorderd.
vol energie
Schouwen-Duiveland wil in 2040 zelfvoorzienend zijn in duurzame energie. Daarvoor is een
enorme omslag nodig in energieproductie en -gebruik.
De komende jaren wordt onderzoek gedaan naar zgn. ‘duurzame energielandschappen’ op het
eiland. Dat zijn integrale systemen van niet-fossiele energiewinning (wind, zon, getijden,
biomassa) en optimale efficiëntie in energiegebruik door middel van geavanceerde ruimtelijke
planning en verbeterd landgebruik. Cruciale functies van het landschap – het ‘natuurlijk
kapitaal’ van het eiland – blijven behouden. In het onderzoek worden deze functies
‘ecosysteemdiensten’ genoemd: de grondgebonden voedselproductie (inclusief zilte teelt en
andere streekgebonden producten), de productie en regulering van zoet water in de bodem,
recreatie en toerisme, zorg en welness. Deze zijn allemaal afhankelijk van de balans tussen
zoet en zout water op het eiland.
De transitie naar een duurzaam Schouwen-Duiveland vereist gezamenlijkheid en participatie.
De onderzoekers constateren dat het eiland een maatschappelijk sterk georganiseerde
bevolking kent die betrokken is bij haar omgeving.
Door de combinatie van genoemde economische activiteiten, de ligging in de luwte van
verstedelijkte regio’s, de diversiteit aan landschappen en de betrokkenheid van de bevolking,
kan het eiland als voorbeeldregio dienen voor de duurzame ontwikkeling van andere
waterrijke gebieden in en buiten Nederland.