verseput

15 september 2017 - jeroen van westen & anne ausloos, kunstenaars, onderzoeken, samenwerken, zoet en zout

‘Verseput’ is een zeeuws woord voor een put/poel met zoet water. Onder deze titel doen we een kleine, maar intensieve zoektocht naar bewaarplaatsen voor zoetwater op Schouwen Duiveland. De inventarisatie is gestart met de hulp van lokale historicus Teun Rosmolen, bezoekers van onze tentoonstellingen, en stadsarchivaris Huib Uil. Later aangevuld door deelnemers aan een door ons georganiseerde expert-meeting zoet en zout water, Oswald Lagendijk van Deltares, lezers van Stad en Lande, en toevallige ontmoetingen. De tocht voerde ons tot nu toe langs alle kerkjes van Schouwen Duiveland, locaties van brouwerijen (sommige zijn er nog), een meestoof, en een aantal regenbakken bij boerderijen en woonhuizen. We hebben prachtige verhalen over de regenbakken verzameld, beelden verzameld door een waterdichte camera in de putten te laten zakken, foto’s gekregen uit archieven, maar steeds blijf je zelf aan de buitenkant waar wij van binnenuit willen kijken. In Dreischor hebben we nu een waterkelder van 30m3 gevonden op een oude boerderij, De put wordt door de huidige bewoners nog volop gebruikt. Die kelder willen we schoonmaken om die ruimte van binnenuit te ervaren. Dat wordt een basis voor het beeldend onderzoek van zoet water. Waar deze zoektocht ons zal brengen is nog onbekend, zeker is dat aan het eind ons ijkpunt lonkt; het waterhuisje van de afgebrande St Lievenskerk. En dan vooral de vraag of er nog een cisterne onder het maaiveld verscholen gaat. Hoe mooi zou het zijn als in dit onderzoek een grondradarbeeld gemaakt kan worden. Stel dat daaruit blijkt dat de cisternen nog intact lijken te zijn, prachtig om die dan met inwoners van Zierikzee bloot te leggen. Tentoonstelling en actie zouden samen de cultuurgeschiedenis van zoet water op een zout eiland heropenen, letterlijk en mentaal. De acties die we ondernemen tijdens onze zoektocht zullen we weer vastleggen in een ZOZO-magazine, nummer 3.
Jeroen en Anne 2017

 


Op de foto zien we ‘onze Willem’ bij de regenbak van de kerk. In de
zomer, wanneer het droog was, leverde hij water. Het tarief was 1 cent per
emmer. Wanneer die emmer thuis gebracht werd, kostte het water 2 cent.
Willem houdt met zijn rechterhand een hoepel vast. Die deed hij om zijn
middel en hield met elke hand de hoepel en een emmer vast. Zo zorgde
hij ervoor dat de twee emmers niet tegen zijn lichaam kwamen. Door met
kleine pasjes te lopen, voorkwam hij dat er werd gemorst. Willem dankte
er twee andere bijnamen aan: ‘Wullem de waterdraeger’ en ‘de lopende
regenbak’.
Huib Uijl, stadsarchivaris
http://www.wereldregio.nl/?column=markante-schouwen-duivelanders-2#more-117369